Statenvertaling.nl

trommius

Zoeken Statenvertaling en kanttekeningen – Johannes

Via deze pagina kunt u online zoeken in de Bijbeltekst en kanttekeningen van de Statenvertaling (editie GBS). U kunt zoeken op één of meer woorden of delen van woorden. De zoekresultaten worden direct onder de zoekopdracht getoond en kunnen ook per Bijbelboek worden geraadpleegd. Vanuit de zoekresultaten kunt u de gevonden Bijbelgedeelten en/of kanttekeningen raadplegen. Via de pijltoetsen in uw browser kunt u terugkeren naar een eerder getoond scherm.

Zoekwoord(en):      (tip: kies zo min mogelijk woorden)
Tekst bevat: 
Zoeken op:  
Zoeken in:  
 

Zoekresultaten per Bijbelboek (aantal verzen)

Matth (26)    Mark (25)    Luk (30)    Joh (19)    Hand (24)    Gal (1)    Openb (5)    Totaal NT (130)    Alle Bijbelboeken (130)
 

Nieuwe Testament: zoekresultaten 1-50 (van 130)

Volgende

Matth. 3:1    (idem met kt.)   EN in die dagen kwam Johannes de Doper, predikende in de woestijn van Judéa,

Matth. 3:4    (idem met kt.)   En dezelve Johannes had zijn kleding van kemelshaar en een lederen gordel om zijn lendenen; en zijn voedsel was sprinkhanen en wilde honing.

Matth. 3:13    (idem met kt.)   Toen kwam Jezus van Galiléa naar de Jordaan tot Johannes, om van hem gedoopt te worden.

Matth. 3:14    (idem met kt.)   Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij?

Matth. 4:12    (idem met kt.)   Als nu Jezus gehoord had dat Johannes overgeleverd was, is Hij wedergekeerd naar Galiléa;

Matth. 4:21    (idem met kt.)   En Hij vandaar voortgegaan zijnde, zag twee andere broeders, namelijk Jakobus, den zoon van Zebedéüs, en Johannes, zijn broeder, in het schip met hun vader Zebedéüs, hun netten vermakende, en heeft hen geroepen.

Matth. 9:14    (idem met kt.)   Toen kwamen de discipelen van Johannes tot Hem, zeggende: Waarom vasten wij en de farizeeën veel, en Uw discipelen vasten niet?

Matth. 10:2    (idem met kt.)   De namen nu der twaalf apostelen zijn deze: de eerste, Simon, gezegd Petrus, en Andréas, zijn broeder; Jakobus, de zoon van Zebedéüs, en Johannes, zijn broeder;

Matth. 11:2    (idem met kt.)   En Johannes in de gevangenis gehoord hebbende de werken van Christus, zond twee van zijn discipelen,

Matth. 11:4    (idem met kt.)   En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet:

Matth. 11:7    (idem met kt.)   Als nu dezen heengingen, heeft Jezus tot de scharen begonnen te zeggen van Johannes: Wat zijt gij uitgegaan in de woestijn te aanschouwen? Een riet dat van den wind ginds en weder bewogen wordt?

Matth. 11:11    (idem met kt.)   Voorwaar zeg Ik u: Onder degenen die van vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch die de minste is in het Koninkrijk der hemelen, is meerder dan hij.

Matth. 11:12    (idem met kt.)   En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld.

Matth. 11:13    (idem met kt.)   Want al de Profeten en de Wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd.

Matth. 11:18    (idem met kt.)   Want Johannes is gekomen, noch etende noch drinkende, en zij zeggen: Hij heeft den duivel.

Matth. 14:2    (idem met kt.)   En zeide tot zijn knechten: Deze is Johannes de Doper; hij is opgewekt van de doden, en daarom werken die krachten in hem.

Matth. 14:3    (idem met kt.)   Want Herodes had Johannes gevangengenomen en hem gebonden en in den kerker gezet, omwille van Heródias, de huisvrouw van Filippus, zijn broeder.

Matth. 14:4    (idem met kt.)   Want Johannes zeide tot hem: Het is u niet geoorloofd haar te hebben.

Matth. 14:8    (idem met kt.)   En zij, tevoren onderricht zijnde van haar moeder, zeide: Geef mij hier in een schotel het hoofd van Johannes den Doper.

Matth. 14:10    (idem met kt.)   En zond heen en onthoofdde Johannes in den kerker.

Matth. 16:14    (idem met kt.)   En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; en anderen: Elía; en anderen: Jeremía, of een van de profeten.

Matth. 17:1    (idem met kt.)   EN na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus en Jakobus en Johannes, zijn broeder, en bracht hen op een hogen berg alleen.

Matth. 17:13    (idem met kt.)   Toen verstonden de discipelen dat Hij hun van Johannes den Doper gesproken had.

Matth. 21:25    (idem met kt.)   De doop van Johannes, vanwaar was die? Uit den hemel of uit de mensen? En zij overlegden bij zichzelven en zeiden: Indien wij zeggen: Uit den hemel, zo zal Hij ons zeggen: Waarom hebt gij hem dan niet geloofd?

Matth. 21:26    (idem met kt.)   En indien wij zeggen: Uit de mensen, zo vrezen wij de schare; want zij houden allen Johannes voor een profeet.

Matth. 21:32    (idem met kt.)   Want Johannes is tot u gekomen in den weg der gerechtigheid, en gij hebt hem niet geloofd; maar de tollenaars en hoeren hebben hem geloofd; doch gij, zulks ziende, hebt daarna geen berouw gehad, om hem te geloven.

Mark. 1:4    (idem met kt.)   Johannes was dopende in de woestijn en predikende den doop der bekering tot vergeving der zonden.

Mark. 1:6    (idem met kt.)   En Johannes was gekleed met kemelshaar, en met een lederen gordel om zijn lendenen, en at sprinkhanen en wilden honing.

Mark. 1:9    (idem met kt.)   En het geschiedde in diezelve dagen, dat Jezus kwam van Nazareth, gelegen in Galiléa, en werd van Johannes gedoopt in de Jordaan.

Mark. 1:14    (idem met kt.)   En nadat Johannes overgeleverd was, kwam Jezus in Galiléa, predikende het Evangelie van het Koninkrijk Gods,

Mark. 1:19    (idem met kt.)   En vandaar een weinig voortgegaan zijnde, zag Hij Jakobus, den zoon van Zebedéüs, en Johannes, zijn broeder, en dezelve in het schip hun netten vermakende.

Mark. 1:29    (idem met kt.)   En van stonden aan uit de synagoge gegaan zijnde, kwamen zij in het huis van Simon en Andréas, met Jakobus en Johannes.

Mark. 2:18    (idem met kt.)   En de discipelen van Johannes en van de farizeeën vastten; en zij kwamen en zeiden tot Hem: Waarom vasten de discipelen van Johannes en van de farizeeën, en Uw discipelen vasten niet?

Mark. 3:17    (idem met kt.)   En Jakobus, den zoon van Zebedéüs, en Johannes, den broeder van Jakobus; en gaf hun toenamen, Boanérges, hetwelk is zonen des donders;

Mark. 5:37    (idem met kt.)   En Hij liet niemand toe Hem te volgen dan Petrus, en Jakobus, en Johannes, den broeder van Jakobus;

Mark. 6:14    (idem met kt.)   En de koning Herodes hoorde het (want Zijn Naam was openbaar geworden) en zeide: Johannes, die daar doopte, is van de doden opgewekt, en daarom werken die krachten in hem.

Mark. 6:16    (idem met kt.)   Maar als het Herodes hoorde, zeide hij: Deze is Johannes, dien ik onthoofd heb; die is van de doden opgewekt.

Mark. 6:17    (idem met kt.)   Want dezelve Herodes enigen uitgezonden hebbende, had Johannes gevangengenomen en hem in de gevangenis gebonden, uit oorzaak van Heródias, de huisvrouw van zijn broeder Filippus, omdat hij haar getrouwd had.

Mark. 6:18    (idem met kt.)   Want Johannes zeide tot Herodes: Het is u niet geoorloofd de huisvrouw uws broeders te hebben.

Mark. 6:20    (idem met kt.)   Want Herodes vreesde Johannes, wetende dat hij een rechtvaardig en heilig man was, en hield hem in waarde; en als hij hem hoorde, deed hij vele dingen, en hoorde hem gaarne.

Mark. 6:24    (idem met kt.)   En zij uitgegaan zijnde, zeide tot haar moeder: Wat zal ik eisen? En die zeide: Het hoofd van Johannes den Doper.

Mark. 6:25    (idem met kt.)   En zij terstond met haast ingaande tot den koning, heeft het geëist, zeggende: Ik wil dat gij mij nu terstond in een schotel geeft het hoofd van Johannes den Doper.

Mark. 8:28    (idem met kt.)   En zij antwoordden: Johannes de Doper; en anderen: Elía; en anderen: Een van de profeten.

Mark. 9:2    (idem met kt.)   En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus en Jakobus en Johannes, en bracht hen op een hogen berg bezijden alleen; en Hij werd voor hen van gedaante veranderd.

Mark. 9:38    (idem met kt.)   En Johannes antwoordde Hem, zeggende: Meester, wij hebben een gezien die de duivelen uitwierp in Uw Naam, welke ons niet volgt; en wij hebben het hem verboden, omdat hij ons niet volgt.

Mark. 10:35    (idem met kt.)   En tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedéüs, zeggende: Meester, wij wilden wel dat Gij ons deedt zo wat wij begeren zullen.

Mark. 10:41    (idem met kt.)   En als de andere tien dit hoorden, begonnen zij het van Jakobus en Johannes zeer kwalijk te nemen.

Mark. 11:30    (idem met kt.)   De doop van Johannes, was die uit den hemel of uit de mensen? Antwoordt Mij.

Mark. 11:32    (idem met kt.)   Maar indien wij zeggen: Uit de mensen, zo vrezen wij het volk. Want zij hielden allen van Johannes dat hij waarlijk een profeet was.

Mark. 13:3    (idem met kt.)   En als Hij gezeten was op den Olijfberg, tegenover den tempel, vraagden Hem Petrus en Jakobus en Johannes en Andréas alleen:

Nieuwe Testament: zoekresultaten 1-50 (van 130)

Volgende
 

Naar zoekresultaten per Bijbelboek

Naar top van deze pagina