Statenvertaling.nl

sample header image

Inleiding Filemon – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

De Sendt-brief des Apostels PAULI Aen PHILEMON

Inhoudt van desen Sendt-brief.

ONESIMVS een slave ofte dienstknecht van Philemon, (die een Leeraer inde Gemeynte van Colossen schijnt geweest te zijn, versen 1, 17, 23. ende Coloss. 1.7. ende 4.9, 12, 17.) was van sijnen heere wechgeloopen, ende hadde oock hem yet ontdragen: welcke van Paulo te Roomen in sijne banden tot de Christelicke religie bekeert zijnde, volgens de leere der selve, weder-keeren wilde tot sijnen heere, ende tot dien eynde versocht van Paulo eenen brief van voor-schrijvinge aen den selven, om te beter met hem te versoenen, ende in genade opgenomen te mogen worden. Tot desen eynde heeft dan d’ Apostel desen Sendt-brief geschreven, waer in hy, nae het opschrift ende groete in de 3 eerste versen, met een bequame inleydinge, om de gunste van Philemon op te wecken, verhalende vers 4 sijne liefde tot hem, 5 ende de deughden van Philemon, voornamelick sijne liefde tot de geloovige, ende sijn geloove in CHRISTUM, 8 verklaert dat hy hem sulcx niet en wilde gebieden gelijck hy wel mochte, maer vriendlick van hem bidden. 10 Daer nae stelt hy dit sijn versoeck voor, betoonende dat het selve was eerlick, 11 hem dienstich, 12 ende oock eenighsins nootsaecklick. 15 Verontschuldight Onesimi misdaet van wech-loopen, also’t selve een gelegentheyt is geweest tot sijne bekeeringe, waer door hy nu oock een broeder was geworden. 18 ende stelt hem selven tot borge dat de schade hem soude voldaen worden. 20 Ende besluyt eyndelick, met seer beweeghlicke woorden, sijn versoeck. 22 daer by voegende dat hy hem een herberge wilde bereyden. 23 Groet hem van wegen eenige bysondere mede-arbeyders, 25 ende doet daer by oock sijne gewoonlicke groete.

Einde inleiding Filemon