Statenvertaling.nl

sample header image

1 Thessalonicenzen 1 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

1 Thessalonicenzen 1

1 PAULUS ende Silvanus, ende Timotheus, aende Gemeynte der Thessalonicensen, [welcke is] in Gode den Vader, ende den Heere Iesu Christo: Genade zy u ende vrede van Godt onsen Vader, ende den Heere Iesu Christo.
2 Wy dancken Godt altijdt over u alle, uwer gedachtich zijnde in onse gebeden:
3 Sonder ophouden gedenckende het werck uwes geloofs, ende den arbeydt der liefde, ende de verdraechsaemheyt der hope op onsen Heere Iesum Christum, voor onsen Godt ende Vader:
4 Wetende, geliefde broeders, uwe verkiesinge van Godt:
5 Want ons’ Euangelium en is onder u niet alleen in woorden geweest, maer oock in cracht, ende in den Heyligen Geest, ende in vele versekertheyt: gelijck ghy weet hoedanige wy onder u geweest zijn om uwent wille.
6 Ende ghy zijt onse navolgers geworden, ende des Heeren, het woort aengenomen hebbende in vele verdruckinge, met blijdschap des heyligen Geests:
7 Alsoo dat ghy voorbeelden geworden zijt allen den geloovigen in Macedonien ende Achajen.
8 Want van u is het woort des Heeren luytbaer geworden niet alleen in Macedonien ende Achajen, maer oock in alle plaetsen is uw’ geloove, dat ghy op [Godt] hebt, uyt gegaen, so dat wy niet van noode en hebben yet [daer van] te spreken.
9 Want sy selve vercondigen van ons hoedanigen inganck wy tot u hebben, ende hoe ghy tot Godt bekeert zijt van den afgoden, om den levendigen ende waerachtigen Godt te dienen:
10 Ende sijnen Sone uyt de hemelen te verwachten, den welcken hy uyt den dooden verweckt heeft, [namelijck] Iesum, die ons verlost van den toekomenden toorn.

Einde 1 Thessalonicenzen 1