Statenvertaling.nl

sample header image

Inleiding Deuteronomium – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Het vijfde Boeck MOSIS, genaemt DEUTERONOMIUM

Inhoudt deses Boecks.

DIT Boeck wort met een Griecx woort genoemt DEUTERONOMIUM, dat is, tweede ofte wederhaelde VVet: Om dat Mose de wetten Godts, die inde voorgaende Boecken beschreven zijn, hier kortelick wederhaelt, verklaert, ende den volcke met eenen sonderlingen yver, ende vele seer heylige beweeg-redenen, getrouwelick ende onverdrietelick inscherpt. So dat dit Boeck met recht een kort VVet-boeck in ’t bysonder mach genoemt worden. Dit heeft Mose gedaen in de twee laetste maenden des veertichsten jaers na den uyt-tocht der kinderen Israëls uyt Egypten, inde velden der Moabiten, als hy nu Israël tot aen de palen des lants Canaan hadde gebracht, ende alle die wederspannige Israëliten, volgens Godts dreygementen ende eedt, in de woestijne waren omgekomen: om het volck, dat inde woestijne was opgewassen, ende voor een deel aen dese zijde van de Iordane blijven, ende voor ’t meesten-deel door Iosua in ’t beloofde lant soude worden ingevoert, korts voor sijnen doot van haren schuldigen plicht volkomelick te onderwijsen, wetende, dat hy haest sterven, ende over de Iordane in ’t lant Canaan niet komen en soude.
Eerstelick dan, stelt hy den volcke voor oogen de groote veelvoudige weldaden, die Godt aen hen dese veertich jaren hadde bewesen, mitsgaders de straffen, die den wederspannigen waren overgekomen: Om haerlieden tot vlijtige opmerckinge, ende gehoorsaemheyt der Godtlicke geboden te bereyden. Capp. 1. 2. 3. Daerna wederhaelt ende verklaert hy niet alleen de zedelicke wet der Tien Geboden, maer oock de Ceremoniale wetten, aengaende den uyterlicken Godts-dienst, als oock de Politijcke ofte Burgerlicke wetten, ende Krijchs-ordinantien, mitsgaders het ampt der Regenten ende Richteren: hier ende daer invoegende eenige nieuwe wetten, ende seer heftige vermaningen ende betuygingen, met eene seer aenmerckelicke Prophetie van het hooft aller Propheten, onsen Heere Iesu Christo. Dit alles bevestigt hy veelvoudichlick met beloften van Godes overvloedigen zegen, indien sy hem souden aenhangen ende gehoorsamen, ende met dreyginge sijns swaren vloecx, indien sy van hem souden afwijcken ende sijn verbont verbreken, Tot het 31. cap. Eyndelick stelt hy Iosua in sijne plaetse, levert het VVet-boeck aen de Priesteren ende Leviten, met bevel van dat in het Alderheylichste wech te leggen, ende op sekeren tijde den gantschen volcke voor te lesen. Hy schrijft oock ende leert den kinderen Israëls een seer heerlick Prophetisch Liedt, voorseggende, wat hen overkomen soude tot op de komste Iesu Christi, ende de beroepinge der Heydenen. Hy segent de twaelf Stammen, ende het beloofde lant van den berch Nebo gesien hebbende, sterft aldaer, wort van Gode begraven, ende vanden volcke beweent; Ende Iosua treedt in sijne plaetse.

Einde inleiding Deuteronomium