Statenvertaling.nl

sample header image

Galaten 5 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Galaten 5

1 STaet dan in de vryheydt, met welcke ons Christus vry gemaeckt heeft, ende en wordt niet wederom met het jock der dienstbaerheyt bevangen.
2 Siet, ick Paulus segge u, so ghy u laet besnijden, dat Christus u niet nut en sal zijn.
3 Ende ick betuyge wederom eenen yegelijcken mensche die hem laet besnijden, dat hy een schuldenaer is de geheele wet te doen.
4 Christus is u ydel geworden die door de Wet gherechtveerdight [wilt] worden, ghy zijt van de genade vervallen.
5 Want wy verwachten door den Geest uyt den geloove de hope der rechtveerdicheyt.
6 Want in Christo Iesu en heeft noch besnijdenisse eenige cracht, noch voorhuyt: maer het geloove door de liefde werckende.
7 Ghy liept wel, wie heeft u verhindert de waerheyt niet gehoorsaem te zijn?
8 Dit gevoelen en is niet uyt hem die u roept.
9 Een weynich suerdeessem versuert het geheele deegh.
10 Ick vertrouwe van u inden Heere, dat ghy niet anders en sult gevoelen: maer die u ontroert, sal het oordeel dragen, wie hy oock zy.
11 Maer ick, broeders, indien ick noch de besnijdenisse predike, waerom worde ick noch vervolght? So is dan de ergernisse des cruyces vernieticht.
12 Och of sy oock afgesneden wierden, die u onrustigh maken.
13 Want ghy zijt tot vryheyt geroepen, broeders: alleenlijck [en gebruyckt] de vryheyt niet tot een oorsaecke voor het vleesch: maer dient malcanderen door de liefde.
14 Want de geheele Wet wort in een woort vervult, [namelijck] in dit, Ghy sult uwen naesten lief hebben, gelijck u selven.
15 Maer indien ghy malcanderen bijt ende vereet, siet toe dat ghy van malcanderen niet verteert en wort.
16 Ende ick segge, wandelt door den Geest, ende en volbrengt de begeerlijckheyt des vleesches niet.
17 Want het vleesch begeert tegen den Geest, ende de Geest tegen het vleesch: ende dese staen tegen malkanderen, also dat ghy niet en doet het gene ghy wildet.
18 Maer indien ghy door den Geest geleydt wort, so en zijt ghy niet onder de Wet.
19 De wercken des vleeschs nu zijn openbaer: welcke sijn overspel, hoererie, onreynicheyt, ontuchticheyt,
20 Afgoderie, fenijn-gevinge, vyandschappen, twisten, afgunstigheden, toorne, gekijf, tweedracht, ketterien,
21 Nijdt, moordt, dronckenschappen, brasserien, ende diergelijcke: van de welcke ick u te voren segge, gelijck ick oock te voren geseght hebbe, dat die sulcke dingen doen het Coninckrijcke Godts niet en sullen be-erven.
22 Maer de vrucht des Geests, is liefde, blijdschap, vrede, lanckmoedicheyt, goedertierenheyt, goedtheyt, geloove, sachtmoedicheyt, maticheyt.
23 Tegen de sodanige en is de Wet niet.
24 Maer die Christi zijn, hebben het vleesch gecruyst met de bewegingen ende begeerlickheden.
25 Indien wy door den Geest leven, so laet ons oock door den Geest wandelen.
26 En laet ons niet zijn soeckers van ydele eere, malcanderen tergende, malcanderen benijdende.

Einde Galaten 5