Statenvertaling.nl

sample header image

Jesaja 62 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Jesaja 62

1 OM Zions wille, en sal ick niet swygen, ende om Ierusalems wille, en sal ick niet stille zijn: tot dat hare gerechticheyt voort-kome als een glans, ende haer heyl als een fackel die brandt.
2 Ende de heydenen sullen uwe gerechticheyt sien; ende alle Coningen uwe heerlickheyt: ende ghy sult met eenen nieuwen name genoemt worden, welcken des HEEREN mont uytdruckelick noemen sal.
3 Ende ghy sult een cierlicke croone zijn in de hant des HEEREN, ende eenen Conincklicken hoet in de hant uwes Godts.
4 Tot u en sal niet meer geseyt worden, de Verlatene, ende tot u lant en sal niet meer geseyt worden, het Verwoeste; maer ghy sult genoemt worden, Mijn lust is aen haer, ende u lant, het Getroude: want de HEERE heeft eenen lust aen u, ende u lant sal getrouwt worden.
5 Want [gelijck] een jongelinck eene jonckvrouwe trouwt: [alsoo] sullen uwe kinderen u trouwen: ende [gelijck] de Bruydegom vrolick is over de Bruyt, [alsoo] sal uw’ Godt over u vrolick zijn.
6 O Ierusalem, ick hebbe wachters op uwe mueren bestelt, die gedurichlick al den dach, ende al den nacht niet en sullen swygen: ô ghy die des HEEREN doet gedencken, en laet geen stilswygen by u lieden wesen.
7 Ende en swijgt niet stille voor hem, tot dat hy bevestige, ende tot dat hy Ierusalem stelle een lof op aerden.
8 De HEERE heeft gesworen by sijne rechter-hant, ende by den arm sijner sterckte: Indien ick u coorn meer sal geven [tot] spijse voor uwe vyanden, ende indien de vreemde sullen drincken uwen most daer aen ghy gearbeydt hebt!
9 Maer die het insamelen sullen, die sullen ’t eten, ende sy sullen den HEERE prijsen: ende die hem vergaderen sullen, die sullen hem drincken in de voorhoven mijnes heylichdoms.
10 Gaet door, gaet door, door de poorten, bereydt den wech des volcks: verhoocht, verhoocht een bane, ruymt de steenen wech, steeckt een baniere om hooge tot de volckeren.
11 Siet de HEERE heeft doen hooren, tot aen het eynde der aerde, Segget der dochter Zions, Siet, u heyl komt: siet, sijn loon is met hem, ende sijn arbeyts-loon is voor sijn aengesichte.
12 Ende sy sullen se noemen het heylige volck, de verloste des HEEREN: ende ghy sult genoemt worden, de Gesochte, de Stadt die niet verlaten en is.

Einde Jesaja 62