Statenvertaling.nl

sample header image

Jesaja 58 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Jesaja 58

1 ROept uyt der kele, en houdt niet in, verheft uwe stemme als een basuyne, ende vercondicht mijnen volcke hare overtredinge, ende den huyse Iacobs hare sonden.
2 Hoewel sy my dagelicx soecken, ende eenen lust hebben aen de kennisse mijner wegen, als een volck dat gerechticheyt doet, ende het recht sijnes Godts niet en verlaet, vragen sy my nae de rechten der gerechticheyt, sy hebben eenen lust tot Godt te naederen.
3 [Seggende] Waerom vasten wy, ende ghy en siet het niet aen? [waerom] quellen wy onse ziele, ende ghy en weet het niet? siet, ten dage wanneer ghylieden vastet, so vindet ghy [uwen] lust, ende ghy eyscht strengelick allen uwen arbeyt.
4 Siet, tot twist ende gekijf vastet ghylieden, ende om godtlooslick met de vuyst te slaen: en vastet niet gelijck heden, om uwe stemme te doen hooren in der hoochte.
5 Soude het sulck een vasten zijn, dat ick verkiesen soude, dat de mensche sijne ziele eenen dach quelle? dat hy sijn hooft cromme gelijck een biese, ende eenen sack ende assche onder [sich] spreyde? soudt ghy dat een vasten heeten, ende eenen dach den HEERE aengenaem?
6 Is niet dit het vasten dat ick verkiese? Dat ghy los maeckt de knoopen der godtloosheyt, dat ghy ontdoet de banden des jocks, ende dat ghy vry los latet de verpletterde, ende alle jock verscheurt?
7 Ist niet dat ghy den hongerigen u broot mede deylt, ende de arme verdrevene in huys brengt? als ghy eenen naeckten siet, dat ghy hem deckt, ende dat ghy u voor u vleesch niet en verbercht?
8 Dan sal u licht voortbreken als de dageraet, ende uwe genesinge sal snellick uytspruyten: ende uwe gerechticheyt sal voor u aengesichte henen gaen: [ende] de heerlickheyt des HEEREN sal uwen achtertocht wesen.
9 Dan sult ghy roepen, ende de HEERE sal antwoorden, ghy sult schreeuwen, ende hy sal seggen, Siet [hier] ben ick; so ghy uyt het midden van u wech doet het jock, het uytsteken des vingers, ende het spreken der ongerechticheyt.
10 Ende so ghy uwe ziele opent voor den hongerigen, ende de bedruckte ziele versadicht: dan sal u licht in de duysternisse opgaen, ende uwe donckerheyt sal zijn als de middach.
11 Ende de HEERE sal u geduerichlick leyden, ende hy sal uwe ziele versadigen in groote droochten, ende uwe beenderen veerdich maken: ende ghy sult zijn als een gewatert hof, ende als een sprinckader der wateren, welckes wateren niet en ontbreken.
12 Ende die uyt u [voortcomen] sullen bouwen de oude verwoeste plaetsen: de fondamenten van geslachte tot geslachte [verwoestet] sult ghy oprichten: ende ghy sult genaemt worden, Die de bressen toemuert, die de paden weder op maeckt, om te bewoonen.
13 In dien ghy uwen voet van den Sabbath afkeert, [van] te doen uwen lust op mijnen heyligen dach: ende [indien] ghy den Sabbath noemt een verlustinge, op dat de HEERE geheylicht worde, die te eeren is; ende [in dien] ghy dien eeret, dat ghy uwe wegen niet en doet, [noch] uwen eygenen lust niet en vindet, nochte een woort [daer van] en spreeckt:
14 Dan sult ghy u verlusten in den HEERE, ende ick sal u doen rijden op de hoochten der aerde: ende ick sal u spijsigen met de erve uwes vaders Iacobs: want de mont des HEEREN heeft [het] gesproken.

Einde Jesaja 58