Statenvertaling.nl

sample header image

Jesaja 53 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Jesaja 53

1 WIe heeft onse predikinge gelooft? ende aen wien is de arm des HEEREN geopenbaert?
2 Want hy is als een rijsken voor sijn aengesichte opgeschoten, ende als een wortel uyt een dorre aerde: Hy en hadde geen gedaente noch heerlicheyt: als wy hem aensagen, so en wasser geen gestalte dat wy hem souden begeert hebben.
3 Hy was veracht, ende de onweerdichste onder de menschen, een man van smerten, ende versocht in cranckheyt: ende [een yegelick] was als verbergende het aengesichte voor hem; hy was veracht, ende wy en hebben hem niet geachtet.
4 Waerlick hy heeft onse cranckheden op sich genomen, ende onse smerten die heeft hy gedragen: doch wy achteden hem, dat hy geplaecht, van Godt geslagen, ende verdruckt was.
5 Maer, hy is om onse overtredingen verwondet, om onse ongerechticheden is hy verbryselt: de straffe die ons den vrede aenbrengt, was op hem, ende door sijne striemen is ons genesinge geworden.
6 Wy dwaelden alle als schapen, wy keerden ons een yegelick nae sijnen wech: doch de HEERE heeft onser aller ongerechticheyt op hem doen aenloopen.
7 [Als] de selve geeyscht wiert, doe wiert hy verdruckt: doch hy en dede sijnen mont niet op: als een lam wert hy ter slachtinge geleydt, ende als een schaep dat stom is voor het aengesichte sijner scheerders, alsoo en dede hy sijnen mont niet op.
8 Hy is uyt den angst, ende uyt het gerichte wechgenomen: ende wie sal sijnen leeftijt uytspreken? want hy is afgesneden uyt het lant der levendigen: om de overtredinge mijnes volcx is de plage op hem geweest.
9 Ende men heeft sijn graf by de godtloose gestelt, ende hy is by den rijcken in sijnen doot geweest, om dat hy geen onrecht gedaen en heeft, noch bedroch in sijnen monde geweest en is.
10 Doch het behaechde den HEERE hem te verbryselen, hy heeft [hem] kranck gemaeckt: als sijn ziele haer [tot] een schult-offer gestelt sal hebben, so sal hy zaet sien, hy sal de dagen verlengen: ende het welbehagen des HEEREN sal door sijne hant geluckelick voortgaen.
11 Om den arbeyt sijner ziele sal hy ’t sien, [ende] versadicht worden: door sijne kennisse sal mijn knecht, de rechtveerdige, vele rechtveerdich maken, want hy sal hare ongerechticheden dragen.
12 Daerom sal ick hem een deel geven van vele, ende hy sal de machtige als een roof deylen, om dat hy sijne ziele uytgestort heeft in den doot, ende met de overtreders is getelt geweest: ende hy veler sonde gedragen heeft, ende voor de overtreders gebeden heeft.

Einde Jesaja 53