Statenvertaling.nl

sample header image

Jesaja 4 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Jesaja 4

1 ENde te dien dage sullen seven vrouwen eenen man aengrypen, seggende, Ons broot sullen wy eten, ende met onse cleederen sullen wy becleet zijn, laett ons alleenlick nae uwen name genoemt worden, neemt onse smaetheyt wech.
2 Te dien dage sal des HEEREN SPRUYTE zijn tot cieraet, ende tot heerlickheyt, ende de vrucht der aerde tot voortreffelickheyt, ende tot vercieringe den genen die ’t ontcomen sullen in Israël.
3 Ende het sal geschieden, dat de overgebleven in Zion, ende de overgelaten in Ierusalem sal heylich geheeten worden: een yegelick die geschreven is ten leven te Ierusalem.
4 Als de Heere sal afgewasschen hebben den dreck der dochteren Zions, ende de bloetschulden Ierusalems sal verdreven hebben uyt het midden der selver, door den Geest des oordeels, ende door den Geest der uytbrandinge.
5 Ende de HEERE sal over alle wooninge des berchs Zions, ende over hare vergaderingen, scheppen een wolcke des daechs, ende eenen roock, ende den glans eenes vlammenden vyers des nachts, want over alles wat heerlick is, sal eene beschuttinge wesen.
6 Ende daer sal een hutte zijn tot eene schaduwe des daechs tegen de hitte, ende tot een toevlucht, ende tot eene verberginge tegen den vloet ende tegen den regen.

Einde Jesaja 4