Statenvertaling.nl

sample header image

Jesaja 31 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Jesaja 31

1 WEe den genen die in Egypten om hulpe aftrecken, ende steunen op peerden, ende vertrouwen op wagenen, om datter vele zijn, ende op ruyters, om dat die seer machtich zijn: ende en sien niet op den Heyligen Israëls, ende en soecken den HEERE niet.
2 Nochtans is hy oock wijs, ende hy doet het quaet komen, ende en treckt sijne woorden niet te rugge: maer hy sal sich opmaken tegen het huys der boosdoenders, ende tegen de hulpe der gener die ongerechticheyt wercken.
3 Want de Egyptenaers zijn menschen, ende geen Godt, ende hare peerden zijn vleesch, ende geen geest: ende de HEERE sal sijne hant uytstrecken, dat de helper struyckelen sal, ende die geholpen wort, sal neder-vallen, ende sy sullen altesamen te niete komen.
4 Want alsoo heeft de HEERE tot my geseyt, Gelijck als een Leeuw, ende een jonck-leeuw over sijnen roof brult, wanneer schoon een volle menichte der herderen t’samen-geroepen wort tegen hem, en verschrickt hy voor hare stemme niet, noch en vernedert hem niet van wegen harer veelheyt: alsoo sal de HEERE der heyrscharen nederdalen, om te stryden voor den berch Zions, ende voor haren heuvel.
5 Gelijck vliegende vogelen, alsoo sal de HEERE der heyrscharen Ierusalem beschutten, beschuttende sal hyse oock verlossen, doorgaende, sal hyse oock uythelpen.
6 Bekeert u tot [hem van] den welcken de kinderen Israëls diepe afgeweken zijn.
7 Want te dien dage sullen sy verwerpen een yeder sijn silvere afgoden, ende sijn gouden afgoden, welcke u uwe handen [ter] sonde gemaeckt hadden.
8 Ende Assur sal vallen door het sweert, niet eens mans, ende het sweert, niet eens menschen, sal hem verteeren: ende hy sal voor het sweert vlieden; ende sijne jongelingen sullen versmelten .
9 Ende hy sal van vreese door-gaen [nae] sijnen rotzsteen, ende sijne Vorsten sullen voor de baniere verschricken: spreeckt de HEERE, die tot Zion vyer, ende te Ierusalem eenen oven heeft.

Einde Jesaja 31