Statenvertaling.nl

sample header image

Jesaja 15 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Jesaja 15

1 DE Last Moabs. Sekerlick inder nacht is Ar Moabs verwoest, sy is uytgeroeyt, sekerlick in der nacht is Kir Moabs verwoest, sy is uytgeroeyt.
2 Hy gaet op na Baïth, ende Dibon, [ende nae] Bamoth, om te weenen: over Nebo, ende over Medeba sal Moab huylen; op alle hare hoofden is kaelheyt, aller baert is afgesneden.
3 Op hare wijcken hebben sy sacken aengegordet: op hare daken, ende op hare straten huylen sy altemael, afgaende met geween.
4 Soo Hesbon als Eleale schreeut, hare stemme wort gehoort tot Iahaz toe, daerom maken de toe-geruste Moabs een geschrey, eenes yegelicks ziele in hem is qualick gestelt.
5 Mijn herte schreeuwt over Moab, hare grendelen zijn nae Zoar toe, de drye-jarige veerse: want hy gaet op met geween nae den opganck van Luhith, want op den wech nae Horonaim verwecken sy een jammer-geschrey.
6 Want de wateren van Nimrim sullen enckele verwoestinge wesen: want het gras is verdorret, het teeder gras is vergaen, daer en is geen groente.
7 Daerom sullen sy den overvloet [dien] sy vergadert hebben, ende ’t gene dat sy wech-geleyt hebben, aen de beke der wilgen voeren.
8 Want dat geschreeuw sal ommegaen door de lantpale Moabs, haer gehuyl tot Eglaim toe, ja tot Beër-Elim toe sal haer gehuyl zijn.
9 Want de wateren Dimons zijn vol bloets, want ick sal Dimon noch meer toeschicken: [te weten] Leeuwen over de ontcomene Moabs, mitsgaders over het overblijfsel des lants.

Einde Jesaja 15