Statenvertaling.nl

sample header image

Inleiding Hooglied – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Het Hooge Liedt SALOMONS

Inhoudt deses Boecks.

DE Autheur ofte beschrijver deses Boecx is Salomo, die het selve beschreven heeft door ingeven des H. Geests. Het is een gespreck tusschen CHRISTUM als Bruydegom, ende de Bruyt sijne Kercke, onder het voorbeelt van Salomo ende sijne Bruyt: in voegen, als in den 45 Psalm. Oock spreken in dit Hooge liet somtijts de Vrienden des Bruydegoms, ende de Speel-maechden der Bruyt. Onder den name van de Vrienden des Bruydegoms canmen verstaen de oprechte, vroome, Godtsalige Propheten des Ouden, ende d’Apostelen des Nieuwen Testaments, mitsgaders alle getrouwe Predicanten ofte Leeraers ende voorstanders der Kercke. Onder den name der Speel-maechden, of Vriendinnen der Bruyt, can men verstaen, de belijders des naems IESU CHRISTI, ende der warer Religie. Onder den name des Bruydegoms, ende der Bruyt, worden in dit Hooge liedt, onder verbloemde woorden, beschreven de hertelicke liefde, ende de voor-treffelicke weldaden des Heeren IESU CHRISTI des Bruydegoms, tot de Christelicke Kercke sijne Bruyt: Ende aen d’ander zijde, der Bruyt, sijner H. Kercke, hertelick verlangen nae haren lieven Bruydegom den Heere IESUM CHRISTUM. Oock wort in dit Boeck ons voor oogen gestelt de gelegentheyt die het met de kercke Godes hier op aerden heeft: Als oock derselver deuchden, oock hare vlecken ende onvolmaecktheden.
De Leer-meesters der Ioden hebben gewilt, dat niemant het eerste Capittel van Genesis, nochte dit Hooge liedt Salomons, nochte ’t begin, nochte het eynde des Propheten Ezechiels lesen en soude, tot dat hy dertich jaer out soude wesen, doch t’onrechte, ende uyt superstitie; hoe wel de diep-grondige redenen ende saken die in de selve staen ende verhandelt worden, vereysschen een mannelick, gesett, ende wel geoeffent verstant, als oock gematichde ende geheylichde affecten, gantsch nootwendich om de diepe verborgentheden die daer inne staen, grondelick te begrijpen: Met de verclaringen die tot verlichtinge hier by gevoecht zijn, en worden nochtans niet verworpen andere schriftmatige uytleggingen, die daer op souden mogen gepast worden.

Einde inleiding Hooglied