Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 61 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Psalm 61

1 [EEn Psalm] Davids: voor den Opper-sang-meester, op Neginath.
2 O Godt, hoort mijn geschrey, merckt op mijn gebedt.
3 Van het eynde des lants roep ick tot u, als mijn herte overstelpt is: Leydt my op eenen rotz-steen, [die] my te hooge soude zijn.
4 Want ghy zijt my eene toevlucht geweest, een stercke toren voor den vyant.
5 Ick sal in uwe hutte verkeeren [in] eeuwicheden: Ick sal mijn toevlucht nemen in ’t verborgene uwer vleugelen, Sela!
6 Want ghy, o Godt, hebt gehoort nae mijne geloften: ghy hebt [my] gegeven de erffenisse der gener, die uwen Naem vreesen.
7 Ghy sult dagen tot des Conincks dagen toedoen: sijne jaren, sullen zijn als van geslachte tot geslachte.
8 Hy sal eeuwichlick voor Godts aengesichte sitten: bereydt goedertierenheyt ende waerheyt, datse hem behoeden.
9 So sal ick uwen Name psalm-singen in eeuwicheyt: op dat ick mijne geloften betale, dach by dach.

Einde Psalm 61