Psalm 23 – Statenvertaling editie 1637
Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)
Psalm 23
1 EEn Psalm Davids. De HEERE is mijn herder, my en sal niets ontbreken. |
2 Hy doet my nederliggen in grasige weyden; hy voert my sachtkens aen seer stille wateren. |
3 Hy verquickt mijne ziele; hy leydt my in’t spoor der gerechticheyt, om sijns Naems wille. |
4 Al ginck ick oock in een dal der schaduwe des doots, ick en soude geen quaet vreesen, want ghy zijt met my; uwen stock, ende uwen staf, die vertroosten my. |
5 Ghy richt de tafel toe voor mijn aengesichte, tegen over mijne tegenpartijders; Ghy maeckt mijn hooft vet met olye, mijn beker is overvloeyende. |
6 Immers sullen my ’t goede ende de weldadicheyt volgen alle de dagen mijns levens; ende ick sal in het Huys des HEEREN blijven in lengte van dagen. |
Einde Psalm 23