Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 15 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Psalm 15

1 EEn Psalm Davids. HEERE, wie sal verkeeren in uwe Tente? wie sal woonen op den berch uwer heylicheyt?
2 Die oprecht wandelt, ende gerechticheyt werckt; ende die met sijn herte de waerheyt spreeckt.
3 Die met sijne tonge niet achterklapt, sijnen metgeselle geen quaet en doet; ende geen smaed-reden opneemt tegen sijnen naesten.
4 In wiens oogen de verworpene veracht is, maer hy eert de gene, die den HEERE vreesen; heeft hy gesworen tot [sijne] schade, evenwel en verandert hy niet.
5 Die sijn gelt niet geeft op woecker; noch geen geschenck en neemt tegen den onschuldigen. Die dese dingen doet en sal niet wanckelen in eeuwicheyt.

Einde Psalm 15