Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)
1 LOoft den HEERE, want onsen Godt te psalm-singen is goet, dewijle hy lieflick is: de lof is betamelick. |
2 De HEERE bouwt Ierusalem: hy vergadert Israëls verdrevene. |
3 Hy geneest de gebrokene van herten, ende hy verbindtse in hare smerten. |
4 Hy telt het getal der sterren: hy noemtse alle by namen. |
5 Onse Heere is groot, ende van vele kracht: sijnes verstants en is geen getal. |
6 De HEERE houdt de sachtmoedige staende: de godloose vernedert hy tot de aerde toe. |
7 Singt den HEERE by beurte met dancksegginge: psalm-singt onsen Godt op de harpe. |
8 Die de hemelen met wolcken bedeckt, die voor de aerde regen bereydt: die ’t gras [op] de bergen doet uytspruyten. |
9 Die het vee sijn voeder geeft: den jongen raven alsse roepen. |
10 Hy en heeft geenen lust aen de sterckte des peerts: hy en heeft geen welgevallen aen de beenen des mans. |
11 De HEERE heeft een welgevallen aen die die hem vreesen: die op sijne goedertierenheyt hopen. |
12 O Ierusalem, roemt den HEERE: O Zion, looft uwen Godt. |
13 Want hy maeckt de grendelen uwer poorten sterck: hy segent uwe kinderen binnen in u. |
14 Die uwe lant-palen [in] vrede stelt: hy versadicht u met het vette der tarwe. |
15 Hy sendt sijn bevel [op] aerden: sijn woort loopt seer snel. |
16 Hy geeft sneeuw als wolle: Hy stroyt den rijm als assche. |
17 Hy werpt sijn ijs henen als stucken: wie soude bestaen voor sijne koude? |
18 Hy sendt sijn woort, ende doetse smelten: hy doet sijnen wint waeyen, de wateren vloeyen henen. |
19 Hy maeckt Iacob sijne woorden bekent: Israël sijne insettingen ende sijne rechten. |
20 Alsoo en heeft hy geenen volcke gedaen: ende sijne rechten die en kennen sy niet. Halelu-Iah. |