Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 145 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Psalm 145

1 EEn Lofsanck Davids. Aleph. O mijn Godt, ghy Coninck, ick sal u verhoogen: ende uwen Name loven in eeuwicheyt ende altoos.
2 Beth. T’ allen dage sal ick u loven: ende uwen Name prijsen in eeuwicheyt ende altoos.
3 Gimel. De HEERE is groot, ende seer te prijsen: ende sijne grootheyt is ondoorgrondelick.
4 Daleth. Geslachte aen geslachte sal uwe wercken roemen: ende sy sullen uwe mogentheden verkondigen.
5 He. Ick sal uytspreken de heerlickheyt der eere uwer Majesteyt: ende uwe wonderlicke daden.
6 Vau. Ende sy sullen vermelden de kracht uwer vreeslicker [daden]: ende uwe grootheyt die sal ick vertellen.
7 Zain. Sy sullen de gedachtenisse der grootheyt uwer goetheyt overvloedelick uytstorten: ende sy sullen uwe gerechticheyt met gejuych verkondigen.
8 Chet. Genadich ende barmhertich is de HEERE, lanckmoedich, ende groot van goedertierenheyt.
9 Teth. De HEERE is aen allen goet: ende sijne barmherticheden zijn over alle sijne wercken.
10 Iod. Alle uwe wercken, HEERE, sullen u loven, ende uwe gunst-genooten, sullen u segenen.
11 Caph. Sy sullen de heerlickheyt uwes Coninckrijcks vermelden, ende uwe mogentheyt sullen sy uytspreken.
12 Lamed. Om des menschen kinderen bekent te maken sijne mogentheden: ende de eere der heerlickheyt sijnes Coninckrijcks.
13 Mem. U Coninckrijke is een Coninckrijcke van alle eeuwen: ende uwe heerschappye is in allen geslachte ende geslachte.
14 Samech. De HEERE ondersteunt alle die vallen: ende hy richtt op alle gebogene.
15 Ain. Aller oogen wachten op u: ende ghy geeft hen hare spijse t’sijner tijt.
16 Pe. Ghy doet uwe hant open, ende versadicht al wat daer leeft [nae u] welbehagen.
17 Tsade. De HEERE is rechtveerdich in alle sijne wegen: ende goedertieren in alle sijne wercken.
18 Koph. De HEERE is nae by allen die hem aenroepen: allen die hem aenroepen in der waerheyt.
19 Resch. Hy doet het welbehagen der gener die hem vreesen: ende hy hoort haer geroep, ende verlostse.
20 Schin. De HEERE bewaert alle de gene die hem liefhebben, maer hy verdelcht alle godtloose.
21 Thau. Mijn mont sal den prijs des HEEREN uytspreken: ende alle vleesch sal sijnen heyligen Name loven inder eeuwicheyt ende altoos.

Einde Psalm 145