Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)
1 [EEn Psalm] Davids. Gesegent zy de HEERE mijn Rotz-steen, die mijne handen onderwijst ten strijde: mijne vingeren ten oorloge: |
2 Mijne goedertierenheyt, ende mijne burcht, mijn hooch-vertreck, ende mijn bevrijder voor my: mijn schilt, ende op wien ick my betrouwe: die mijn volck my onderwerpt. |
3 O HEERE, wat is de mensche, dat ghy hem kent? het kint des menschen, dat ghy het achtet? |
4 De mensche is de ydelheyt gelijck: sijne dagen zijn als een voorby-gaende schaduwe. |
5 Neycht uwe hemelen, HEERE, ende daelt neder: raeckt de bergen aen, datse roocken. |
6 Blixemt blixem, ende verstroytse: sendt uwe pijlen uyt, ende verdoetse. |
7 Steeckt uwe handen van der hoochte uyt: ontsett my, ende ruckt my uyt de groote wateren, uyt de hant der vreemden. |
8 Welcker mont leugen spreeckt: ende hare rechter-hant is eene rechter-hant der valscheyt. |
9 O Godt, ick sal u een nieuw Liedt singen: met de luyte [ende] het tien snarich instrument, sal ick u psalm-singen: |
10 Ghy die den Coningen overwinninge geeft: die sijnen knecht David ontsett van den boosen sweerde: |
11 Ontsett my en reddet my van de hant der vreemden, welcker mont leugen spreeckt: ende hare rechter-hant is eene rechter-hant der valscheyt. |
12 Op dat onse sonen zijn als planten, welcke groot geworden zijn in hare jeucht: onse dochters als hoeck-steenen, uytgehouwen nae de gelijckenisse van een paleys. |
13 Dat onse winckelen vol zijnde, den eenen voorraet na den anderen uytgeven: dat onse cudden by duysenden werpen, [ja] by tien duysenden op onse hoeven vermenichvuldigen. |
14 Dat onse ossen wel-geladen zijn: dat geen inbreucke, noch geen uyt-val, noch gekrijsch en zy op onse straten. |
15 Welgelucksalich is het volck, dien’t alsoo gaet: welgelucksalich is het volck, wiens Godt de HEERE is. |