Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)
1 EEn Liedt Hammaaloth. O HEERE, gedenckt aen David, aen al sijn lijden; |
2 Dat hy den HEERE gesworen heeft: den Machtigen Iacobs gelofte gedaen heeft, [seggende], |
3 So ick in de Tente mijnes huyses ingae, so ick op de coetse van mijn bedde klimme! |
4 So ick mijnen oogen slaep geve, mijnen oog-leden sluymeringe! |
5 Tot dat ic voor den HEERE eene plaetse gevonden sal hebben: wooningen voor den Machtigen Iacobs. |
6 Siet, wy hebben van haer gehoort, in Ephrata: wy hebbense gevonden in de velden van Iaär. |
7 Wy sullen in sijne woningen ingaen: wy sullen ons neder-buygen voor den voet banck sijner voeten. |
8 Staet op, HEERE, tot uwe ruste: Ghy, ende de Arke uwer sterckte. |
9 Dat uwe Priesters bekleedt worden met gerechticheyt: ende dat uwe gunst-genooten juychen. |
10 En weert het aengesichte uwes Gesalfden niet af, om Davids uwes knechts wille. |
11 De HEERE heeft David de waerheyt gesworen, waer van hy niet wijcken en sal: [ seggende,] Van de vrucht uwes buycks sal ick op uwen throon setten. |
12 Indien uwe sonen mijn verbont sullen houden, ende mijne getuygenissen die ick haer leeren sal: so sullen oock hare sonen tot in eeuwicheyt op uwen throon sitten. |
13 Want de HEERE heeft Zion verkoren, hy heeft het begeert tot sijne woon-plaetse, [seggende,] |
14 Dit is mijne ruste tot in eeuwicheyt, hier sal ick woonen, want ick hebbese begeert. |
15 Ick sal haren kost rijckelick segenen: hare nootdurftige sal ick met broot versadigen. |
16 Ende hare Priesters sal ick met heyl bekleeden, ende hare gunstgenooten sullen seer juychen. |
17 Daer sal ick David eenen hoorn doen uytspruyten: Ick hebbe mijnen Gesalfden een lampe toegericht. |
18 Ick sal sijne vyanden met schaemte bekleeden: Maer op hem sal sijne kroone bloeyen. |