Psalm 13 – Statenvertaling editie 1637
Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)
Psalm 13
1 EEn Psalm Davids voor den Opper-sang-meester. |
2 Hoe lange, HEERE, sult ghy mijner steedts vergeten? hoe lange sult ghy u aengesicht voor my verbergen? |
3 Hoe lange sal ick raedtslagen voornemen in mijne ziele? droeffenisse in mijn herte by dage? hoe lange sal mijn vyant over my verhoocht zijn? |
4 Aenschouwt, verhoort my, HEERE, mijn Godt: verlicht mijne oogen, op dat ick [in] den doot niet en ontslape: |
5 Op dat niet mijn vyant en segge; Ick heb hem overmocht: mijne tegenpartijders sich verheugen, wanneer ick soude wanckelen. |
6 Maer ick vertrouwe op uwe goedertierenheyt: mijn herte sal sich verheugen in u heyl: ick sal den HEERE singen, om dat hy aen my wel-gedaen heeft. |
Einde Psalm 13