Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 126 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Psalm 126

1 EEn Liedt Hammaaloth. Als de HEERE de gevangene Zions wederbracht, waren wy gelijck de gene die droomen.
2 Doe wert onse mont vervult met lacchen, ende onse tonge met gejuych: doe seydemen onder de heydenen: De HEERE heeft groote dingen aen dese gedaen.
3 De HEERE heeft groote dingen by ons gedaen, [dies] zijn wy verblijdt.
4 O HEERE, wendt onse gevanckenisse, gelijck waterstroomen in’t zuyden.
5 Die met tranen zaeyen, sullen met gejuych maeyen.
6 Die het zaet draegt datmen zaeyen sal, gaet al gaende ende weenende: [maer] voorseker sal hy met gejuych weder komen, dragende sijne schooven.

Einde Psalm 126