Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 121 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Psalm 121

1 EEn Liedt Hammaaloth. Ick heffe mijne oogen op nae de bergen, van waer mijne hulpe komen sal.
2 Mijne hulpe is van den HEERE, die hemel ende aerde gemaeckt heeft.
3 Hy en sal uwen voet niet laten wanckelen: uw’ bewaerder en sal niet sluymeren.
4 Siet, de bewaerder Israëls en sal niet sluymeren noch slapen.
5 De HEERE is uw’ bewaerder, de HEERE is uwe schaduwe, aen uwe rechterhant.
6 De Sonne en sal u ’s daechs niet steken, noch de Mane des nachts.
7 De HEERE sal u bewaren van alle quaet: uwe ziele sal hy bewaren:
8 De HEERE sal uwen uytganck ende uwen inganck bewaren, van nu aen tot in der eeuwicheyt.

Einde Psalm 121