Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 120 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Psalm 120

1 EEn Liedt Hammaaloth. Ick hebbe tot den HEERE geroepen in mijne benautheyt, ende hy heeft my verhoort.
2 O HEERE, reddet mijne ziele van de valsche lippe: van de bedriechlicke tonge.
3 Wat sal u de bedriechlicke tonge geven? of wat salse u toevoegen?
4 Scherpe pijlen eenes machtigen: mitsgaders gloeyende jenever-kolen.
5 O wee my, dat ick een vreemdelinck ben [in] Mesech: dat ick in de tenten Kedars woone.
6 Mijne ziele heeft lange gewoont by de gene die den vrede haten.
7 Ick ben vreedsaem: maer als ick spreke, sy zijn aen d’oorloge.

Einde Psalm 120