Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 118 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Psalm 118

1 LOoft den HEERE, want hy is goet: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.
2 Dat Israël nu segge, dat sijne goedertierenheyt in der eeuwicheyt is.
3 Het huys Aarons segge nu, dat sijne goedertierenheyt in der eeuwicheyt is.
4 Dat de gene die den HEERE vreesen, nu seggen, dat sijne goedertierenheyt in der eeuwicheyt is.
5 Uyt de benautheyt hebbe ick den HEERE aengeroepen, de HEERE heeft my verhoort, [stellende my] in de ruymte.
6 De HEERE is by my, ick en sal niet vreesen: wat sal my een mensche doen?
7 De HEERE is by my onder de gene die my helpen: daerom sal ick [mijnen lust] sien aen de gene die my haten.
8 ’T is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op den mensche te vertrouwen.
9 ’T is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op Princen te vertrouwen.
10 Alle heydenen hadden my omringt, ’t is in den Name des HEEREN dat ickse verhouwen hebbe.
11 Sy hadden my omringt, ja sy hadden my omringt, ’t is in den Name des HEEREN dat ickse verhouwen hebbe.
12 Sy hadden my omringt als byen: sy zijn uytgebluscht als een doornen vyer. ’t is in den Name des HEEREN dat ickse verhouwen hebbe.
13 Ghy hadt my seer hart gestooten, tot vallens toe, maer de HEERE heeft my geholpen.
14 De HEERE is mijn sterckte ende psalm: want hy is my tot heyl geweest.
15 In de tenten der rechtveerdigen is een stemme des gejuychs, ende des heyls: de rechter-hant des HEEREN doet krachtige daden.
16 De rechterhant des HEEREN is verhoogt: de rechter-hant des HEEREN doet krachtige daden.
17 Ick en sal niet sterven, maer leven: ende ick sal de wercken des HEEREN vertellen.
18 De HEERE heeft my wel hart gecastijdt, maer hy en heeft my ter doot niet overgegeven.
19 Doet my de poorten der gerechticheyt open, ick sal daer door ingaen, ick sal den HEERE loven.
20 Dit is de poorte des HEEREN, door de welcke de rechtveerdige sullen ingaen.
21 Ick sal u loven, om dat ghy my verhoort hebt: ende my tot heyl geweest zijt.
22 De steen [dien] de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hooft des hoecks geworden.
23 Dit is van den HEERE geschiet, [ende] het is wonderlick in onse oogen.
24 Dit is de dach [dien] de HEERE gemaeckt heeft, laett ons op den selven ons verheugen, ende verblijdt zijn.
25 Och HEERE, geeft nu heyl: Och HEERE geeft nu voorspoet.
26 Gesegent zy hy die daer komt in den name des HEEREN: wy segenen ulieden uyt het huys des HEEREN.
27 De HEERE is Godt, die ons licht gegeven heeft: Bindt het feest-[offer] met touwen tot aen de hoornen des altaers.
28 Ghy zijt mijn Godt, daerom sal ick u loven: ô mijn Godt, ick sal u verhoogen.
29 Looft den HEERE, want hy is goet, want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

Einde Psalm 118