Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 115 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Psalm 115

1 NIet ons, o HEERE, niet ons: maer uwen Name geeft eere, om uwer goedertierenheyt, om uwer waerheyt wille.
2 Waeromme souden de heydenen seggen, Waer is nu haren Godt?
3 Onse Godt is doch in den hemel, hy doet al wat hem behaegt.
4 Haerlieder afgoden zijn silver ende gout, het werck van ’s menschen handen:
5 Sy hebben eenen mont, maer en spreken niet: sy hebben oogen, maer en sien niet:
6 Ooren hebben sy, maer en hooren niet: sy hebben een neuse, maer sy en riecken niet:
7 Hare handen [hebben sy], maer en tasten niet: hare voeten, maer en gaen niet: sy en geven geen geluyt door hare kele.
8 Dat diese maken hen gelijck worden: [ende] al wie op haer vertrouwt.
9 Israel, vertrouwt ghy op den HEERE, hy is hare hulpe, ende haren schilt.
10 Ghy huys Aarons vertrout op den HEERE: hy is hare hulpe, ende haren schilt.
11 Ghylieden die den HEERE vreest, vertrouwt op den HEERE: hy is hare hulpe, ende haren schilt.
12 De HEERE is onser gedachtich geweest, hy sal segenen, hy sal’t huys Israëls segenen, hy sal’t huys Aarons segenen.
13 Hy sal segenen die den HEERE vreesen, de kleyne met de groote.
14 De HEERE sal [den segen] over ulieden vermeerderen, over ulieden, ende over uwe kinderen.
15 Ghylieden zijt den HEERE gesegent, die den hemel ende d’ aerde gemaeckt heeft.
16 Aengaende den hemel, de hemel is des HEEREN: maer d’ aerde heeft hy der menschen kinderen gegeven.
17 De doode en sullen den HEERE niet prijsen, nochte die in de stilte nedergedaelt zijn.
18 Maer wy sullen den HEERE loven van nu aen tot in der eeuwicheyt. Halelu-Jah.

Einde Psalm 115