Statenvertaling.nl

sample header image

2 Kronieken 4 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

2 Kronieken 4

1 HY maeckte oock eenen koperen Altaer, van twintich ellen in sijne lengte, ende twintich ellen in sijne breedte: ende tien ellen in sijne hoochte.
2 Daer toe maeckte hy de gegotene Zee: van tien ellen was sy, van haren eenen rant, tot haren anderen rant, rontom ront, ende van vijf ellen in hare hoochte, ende een meetsnoer van dertich ellen omvingse rontom.
3 Onder de selve nu was de gelijckenisse van Runderen, rontom henen, die om-cingelende, tien in een elle, om-ringende de zee rontom: twee rijgen deser runderen waren in hare gietinge gegoten.
4 Sy stont op twaelf runderen, drie siende nae het Noorden, ende drie siende nae het Westen, ende drie siende nae het Zuyden, ende drie seinde nae het Oosten; ende de zee was boven op de selve: ende alle hare achterdeelen waren inwaerts.
5 Hare dickte nu was een hantbreet, ende hare rant als het werck van den rant eenes bekers [ofte] eener leliebloeme, begrijpende [vele] Bathen; sy hielt drie duysent.
6 Ende hy maeckte tien Wasch-vaten, ende stelder vijve ter rechter, ende vijve ter slinckerhant, om daer in te wasschen; wat ten brand-offer behoort, staken sy daer in: maer de zee was, op dat de Priesteren sich daer in souden wasschen.
7 Hy maeckte oock tien gouden Kandelaren, nae hare wijse, ende hy steldese inden Tempel, vijve aen de rechterhant, ende vijve aen de slinckerhant.
8 Oock maeckte hy tien Tafelen, ende hy settese inden Tempel, vijve aen de rechterhant, ende vijve aen de slinckerhant: ende hy maeckte hondert gouden Spreng-beckens.
9 Voorder maeckte hy het Voor-hof der Priesteren, ende het groote voor-hof: mitsgaders de deuren voor het voor-hof, ende overtooch hare deuren met koper.
10 De zee nu settede hy aende rechter zijde, nae het Oosten, tegen over het Zuyden.
11 Daertoe maeckte Huram de potten, ende de de schoeffelen, ende de spreng-beckens: alsoo voleyndde Hiram het werck te maken, dat hy den Coninck Salomo aen ’t Huys Godes maeckte.
12 De twee pilaren, ende de bollen ende de twee capiteelen, op het hooft der pilaren: ende de twee netten, om de twee bollen der capiteelen te bedecken, die op der pilaren hooft waren:
13 Ende de vier hondert granaet-appelen tot de twee netten: twee rijgen van granaet-appelen tot elck net, om de twee bollen der capiteelen te bedecken, die boven op de pilaren waren.
14 Hy maeckte oock de stellingen: ende waschvaten maeckte hy op de stellingen;
15 Eene zee, ende de twaelf runderen daer onder.
16 Insgelijcx de potten, ende de schoefelen, ende de crauwelen, ende alle hare vaten maeckte Huram Abiu den Coninck Salomo voor het Huys des HEEREN van gepolijstert koper.
17 Inde vlackte der Iordane gootse de Coninck, in dichte aerde: tusschen Succoth, ende tusschen Zeredatha.
18 Ende Salomo maeckte alle dese vaten in groote menichte: want het gewichte des kopers en wert niet ondersocht.
19 Oock maeckte Solomo alle vaten, die voor het Huys Godes waren: ende den gouden Altaer, ende de Tafelen, daer op de Toonbrooden zijn:
20 Ende de Kandelaren met hare Lampen van gesloten gout, om die nae de wijse aen te steken, voor de Aenspraeck-plaetse.
21 Ende de bloemen, ende de lampen, ende de snuyters, van gout: het was ’tvolmaecktste gout:
22 Mitsgaders de gaffelen, ende de spreng-beckens, ende de roockschalen, ende de wieroock-vaten, van gesloten gout: aengaende den inganck van het Huys, sijne binnenste deuren, van het Heylige der heyligen, ende de deuren van het Huys des Tempels, waren van gout.

Einde 2 Kronieken 4