Statenvertaling.nl

sample header image

Leviticus 23 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Leviticus 23

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

Wetten van de vierdagen en hoogtijden, vs. 1, enz. Van den sabbat, 3. Van het paasfeest, 4, 5. Met de ceremoniën, daarin te onderhouden, 9. Van het pinksterfeest, 15. Van het feest der trompetten, 24. Van het feest der verzoening, 27. Van het feest der loofhutten, 33.
 
Heiliging van den sabbat
1 DAARNA sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2 Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: De gezette hoogtijden des HEEREN, dewelke 1gijlieden uitroepen zult, zullen 2heilige samenroepingen zijn; deze zijn Mijn gezette hoogtijden.
1 Namelijk door de priesters. Zie Num. 10:8, 9, enz. verwijsteksten
2 Hebr. samenroepingen der heiligheid. Zo worden de kerkelijke bijeenkomsten genoemd, omdat zij door enig middel van stem of ander geluid tot de plaats der verzameling bijeengeroepen waren om den heiligen godsdienst te plegen. Alzo in het volgende.
 
3 aZes dagen zal men 3het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen.
a Ex. 20:9; 23:12. Deut. 5:13. Luk. 13:14. verwijsteksten
3 Versta het dagelijks en dienstelijk werk dienende tot de verzorging van dit tijdelijke leven.
 
Pascha
4 Deze zijn de gezette hoogtijden des HEEREN, de heilige samenroepingen, dewelke gij uitroepen zult op hun gezetten tijd.
5 bIn de eerste 4maand, op den veertiende der maand, 5tussen twee avonden, is des HEEREN 6pascha.
b Ex. 12:18; 23:15. Num. 28:16. Deut. 16:1. verwijsteksten
4 Genaamd Nisan en Abib, beginnende met de gelijkheid der dagen en der nachten in de lente, en meest overeenkomende met onzen maart. Zie Ex. 13 op vers 4 en Num. 9 op vers 1. verwijsteksten
5 Zie van deze manier van spreken Ex. 12 op vers 6. verwijsteksten
6 Hebr. pesach, dat is, overschrijding of voorbijgang. Alzo wordt het feest genoemd door een sacramentele manier van spreken, terwijl het maar een gedenkteken van den voorbijgang des engels was. Vgl. hiermede Ex. 12:11 en Gen. 17:10 met de aant. daarop. verwijsteksten
 
6 En op den vijftienden dag derzelver maand is het feest van de ongezuurde broden des HEEREN; zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten.
7 Op den 7eersten dag zult gij een heilige samenroeping hebben; geen 8dienstwerk zult gij doen.
7 Dat is, op dezen dag en op den zevende, gelijk volgt vers 8, zal men zich in godsdienstige werken oefenen en zich onthouden van den dagelijksen arbeid. verwijsteksten
8 Dat u van den godsdienst dien gij schuldig zijt te plegen, zou mogen aftrekken en u vermoeien.
 
8 Maar gij zult zeven dagen 9vuuroffer den HEERE offeren; op den zevenden dag zal een heilige samenroeping wezen, geen dienstwerk zult gij doen.
9 Zie Lev. 1 op vers 9. verwijsteksten
 
9 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
10 Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: Als gij in het land zult gekomen zijn hetwelk Ik u geven zal, en gij zijn oogst zult inoogsten, dan zult gij een 10garve der eerstelingen van uw oogst tot den priester brengen.
10 Het Hebreeuwse woord betekent het tiende deel van een efa, Ex. 16:36. Hierom schijnt een schoof ook zo genoemd te zijn, omdat men een tiende deel van een efa uit een schoof kon dorsen. verwijsteksten
 
11 En hij zal die garve voor het aangezicht des HEEREN bewegen, 11opdat het voor u aangenaam zij; 12des anderen daags na den sabbat zal de priester die bewegen.
11 Hebr. tot uw aangenaamheid of welgevalligheid.
12 Dat is, op den zestienden dag der maand, den tweede na den paasdag en den tweede der ongezuurde broden.
 
12 Gij zult ook op den dag als gij die garve bewegen zult, bereiden een volkomen lam dat 13eenjarig is, ten brandoffer den HEERE;
13 Hebr. een zoon zijns jaars, dat is, dat een jaar oud is. Alzo Num. 7:17, 21, 33, enz. verwijsteksten
 
13 En zijn spijsoffer, twee tienden meelbloem, met olie gemengd, ten vuuroffer, den HEERE tot een 14lieflijken reuk; en zijn 15drankoffer van wijn, het vierde deel van een 16hin.
14 Zie Gen. 8 op vers 21. verwijsteksten
15 Versta de offeranden in dewelke vochtige dingen, als wijn en olie, geofferd werden. Alzo vss. 18, 37. Zie Gen. 35 op vers 14 en vgl. Ex. 29:40. verwijsteksten
16 Zie van deze maat Lev. 19 op vers 36. verwijsteksten
 
14 En gij zult 17geen brood, noch geroost koren, noch groene aren eten, tot op dienzelven dag dat gij de offerande uws Gods zult gebracht hebben; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen.
17 De zin is, dat zij gans niet van de nieuwe vruchten smaken noch nuttigen mochten, dan als zij de eerstelingen daarvan Gode zouden geofferd hebben; hetwelk geschieden moest op den dag tevoren gemeld vers 11. verwijsteksten
 
Het pinksterfeest
15 cDaarna zult gij u tellen van des anderen daags na den sabbat, van den dag dat gij de garve des 18beweegoffers zult gebracht hebben; het zullen zeven volkomen 19sabbatten zijn.
c Deut. 16:9. verwijsteksten
18 Zie van het beweegoffer Lev. 7 op vers 30. verwijsteksten
19 Of: weken.
 
16 Tot des anderen daags na den zevenden sabbat zult gij vijftig dagen tellen; dan zult gij een 20nieuw spijsoffer den HEERE offeren.
20 Vgl. Num. 28:26 en versta dit van het offer dat van nieuw koren of vruchten moest komen en te onderscheiden is van de vrijwillige spijsoffers, van welke te zien is Lev. 2:12. verwijsteksten
 
17 Gijlieden zult uit uw woningen twee beweegbroden brengen, zij zullen van twee 21tienden meelbloem zijn, 22gedesemd zullen zij gebakken worden; het zijn de 23eerstelingen den HEERE.
21 Te weten van een efa, en zie van deze maat breder Ex. 16 op vers 36 en Lev. 5 op vers 11. verwijsteksten
22 Dit was geoorloofd in deze offeranden der eerste vruchten, maar niet in de vrijwillige spijsoffers, Lev. 2:11. verwijsteksten
23 Vgl. Lev. 2:12. verwijsteksten
 
18 Gij zult ook met het brood zeven volkomen 24eenjarige lammeren en een var, 25het jong van een rund, en twee rammen offeren; zij zullen den HEERE een brandoffer zijn, met hun spijsoffer en hun drankoffers, een vuuroffer tot een lieflijken reuk den HEERE.
24 Hebr. zonen eens jaars. Alzo in het volgende vers.
25 Hebr. de zoon eens runds, dat is, een jong rund.
 
19 Ook zult gij een geitenbok ten zondoffer, en twee eenjarige lammeren ten dankoffer bereiden.
20 Dan zal de priester dezelve 26met het brood der eerstelingen ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN met de twee lammeren bewegen; zij zullen den HEERE een heilig ding zijn, voor den priester.
26 Of: naar het brood der eerstelingen, naar hetwelk hij beide de lammeren bewegen zal.
 
21 En 27gij zult op dienzelven dag uitroepen, dat gij een heilige samenroeping zult hebben; geen dienstwerk zult gij doen; het is een eeuwige inzetting in al uw woningen voor uw geslachten.
27 Te weten gij priesters.
 
22 dAls gij nu den oogst uws lands zult inoogsten, gij zult in uw inoogsten den 28hoek des velds niet ganselijk 29afmaaien en 30de opzameling van uw oogst niet opzamelen; voor den arme en voor den vreemdeling zult gij ze laten; Ik ben de HEERE uw God.
d Lev. 19:9. Deut. 24:19. verwijsteksten
28 Dat is, de aren die aan de hoeken des lands of de kanten des akkers wat bezijden afstaan en plegen in het afsnijden vergeten of nagelaten te worden.
29 Hebr. voleinden, dat is, niet gans afsnijden en opzamelen.
30 Dat is, wat overblijft, om daarna opgezameld te worden.
 
Het feest des geklanks
23 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
24 Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: eIn de 31zevende maand, op den eerste der maand, zult gij een rust hebben, een 32gedachtenis des geklanks, een heilige samenroeping.
e Num. 29:1. verwijsteksten
31 Genaamd Ethanim, 1 Kon. 8:2, en beginnende in onzen september, als de zon in de Weegschaal gaat en den dag en nacht gelijkmaakt. verwijsteksten
32 Of: een gedenkfeest des geklanks, of, als enigen, een geklank ter gedachtenis, hetwelk geschiedde door de priesters met het blazen van een trompet: I. om het volk te waarschuwen dat nu het burgerlijk jaar inging, naar hetwelk men alle burgerlijke contracten en handelingen moest bereiden en rekenen; II. om het volk te vermanen dat zij God zouden danken voor de weldaden die zij het gehele jaar genoten hadden; III. dat zij met erkentenis en leedwezen hunner zonden zich zouden bereiden tegen den dag der verzoening; welke was de tiende dag derzelver maand. Zie vers 27. verwijsteksten
 
25 Geen dienstwerk zult gij doen, maar gij zult den HEERE vuuroffer offeren.
 
De grote verzoendag
26 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
27 33fDoch op den tiende dezer zevende maand zal de 34verzoendag zijn, een heilige samenroeping zult gij hebben; dan zult gij 35uw zielen verootmoedigen, en zult den HEERE een vuuroffer offeren.
33 Of: Immers.
f Lev. 16:29, 31. Num. 29:7. verwijsteksten
34 Versta een feest bij de Israëlieten in hetwelk zij zich verzoenden met den Heere over hun zonden, zich vernederende door vasten en bidden.
35 Zie Lev. 16 op vers 29. verwijsteksten
 
28 En op dienzelven dag zult gij geen werk doen; want het is de verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht des HEEREN uws Gods.
29 Want 36alle ziel dewelke op dienzelven dag niet zal verootmoedigd zijn geweest, die zal 37uitgeroeid worden uit haar volken.
36 Dat is, alle mens. Versta niet alleen de Israëlieten, maar ook de Israëlietgenoten die zich uit andere natiën tot de Israëlitische gemeente zouden begeven hebben. Alzo in het volgende vers.
37 Zie Gen. 17 op vers 14. verwijsteksten
 
30 Ook alle ziel die enig werk op dienzelven dag gedaan zal hebben, diezelve ziel zal Ik uit het midden van haar volk verderven.
31 Gij zult geen werk doen; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen.
32 Het zal u een sabbat der rust zijn; dan zult gij uw zielen verootmoedigen; op den negende der maand 38in den avond, 39van den avond tot den avond, zult gij uw sabbat rusten.
38 Namelijk als de negende dag was voorbijgegaan en de avond gekomen, welke het begin van den tienden dag was; gelijk in de schepping de avond voor den morgen ging. En deze manier van den dag te rekenen hebben de Joden gevolgd. Vgl. Gen. 1:5. verwijsteksten
39 Dat is, van den nedergang der zon tot den volgenden nedergang der zon.
 
Het loofhuttenfeest
33 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
34 Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: gOp den vijftienden dag van deze zevende maand zal het feest der 40loofhutten zeven dagen den HEERE zijn.
g Ex. 23:16. Num. 29:12. Deut. 16:15. verwijsteksten
40 Welke gemaakt waren niet van berderen, vellen, wol of linnentuig, maar van takken van groene bomen, gelijk vers 40 verklaard wordt. Hiervan is te zien een voorbeeld Neh. 8:16. verwijsteksten
 
35 Op den eersten dag zal een heilige samenroeping zijn; geen dienstwerk zult gij doen.
36 Zeven dagen zult gij den HEERE vuuroffer offeren; hop den achtsten dag zult gij een heilige samenroeping hebben en zult den HEERE vuuroffer offeren; het is een 41verbodsdag, gij zult geen dienstwerk doen.
h Joh. 7:37. verwijsteksten
41 Hebr. verbod of ophouding; omdat op dien dag verboden was enig dienstwerk te doen, en de gemeente opgehouden werd om bijeen te blijven tot verrichting van den publieken godsdienst. Zie ook Num. 29:35. Deut. 16:8. 2 Kon. 10:20. Neh. 8:18. Joël 1:14. Amos 5:21. Anders: plechtige vergadering, vierdag of bijeenkomst. Anders: sluitdag; dat is, de laatste en voornaamste dag, waarmede het feest besloten werd. Zie Deut. 16:8. Joh. 7:37. verwijsteksten
 
37 Dit zijn de gezette hoogtijden des HEEREN, dewelke gij zult uitroepen tot heilige samenroepingen, om den HEERE vuuroffer, brandoffer en spijsoffer, slachtoffer en drankoffers, elk dagelijks op zijn dag te offeren;
38 Behalve de sabbatten des HEEREN, en behalve uw gaven en behalve al uw geloften en behalve al uw vrijwillige offers, dewelke gij den HEERE geven zult.
39 Doch op den vijftienden dag der zevende maand, als gij het inkomen des lands zult ingegaderd hebben, zult gij des HEEREN feest zeven dagen vieren; op den eersten dag zal er rust zijn en op den achtsten dag zal er rust zijn.
40 En op den eersten dag zult gij u nemen 42takken van 43schoon geboomte, 44palmtakken en meien van dichte bomen, met 45beekwilgen, en zult voor het aangezicht des HEEREN uws Gods zeven dagen vrolijk zijn.
42 Hoewel het Hebreeuwse woord gemeenlijk vruchten betekent, zo wordt het evenwel ook 2 Kon. 19:30 genomen voor al hetgeen dat uit den wortel of stammen schiet en wast. En dat hier de takken verstaan worden, is genoeg af te leiden uit hetgeen dat hieraan volgt en uit Neh. 8:16, alwaar nog meer soorten van takken genoemd worden. En uit deze maakten zij hun loofhutten. verwijsteksten
43 Als olijfbomen, mirtenbomen, palmbomen. Zie Neh. 8:16. verwijsteksten
44 Hebr. handen van palmen.
45 Met welke men die voormelde takken aan elkander bond, zo sommigen menen.
 
41 En gij zult dat feest den HEERE zeven dagen in het jaar vieren; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten; in de zevende maand zult gij het vieren.
42 Zeven dagen zult gij in de loofhutten wonen; alle inboorlingen in Israël zullen in loofhutten wonen;
43 Opdat uw geslachten weten, dat Ik de kinderen Israëls in 46loofhutten heb doen wonen, als Ik hen uit Egypteland uitgevoerd heb; Ik ben de HEERE uw God.
46 Te weten, de veertig jaren die zij in de woestijn wandelden. Dat is, Ik heb hen wonderbaarlijk onderhouden, zonder huizen te hebben ter woning en zonder vruchten der aarde ter voeding.
 
44 Alzo heeft Mozes de gezette hoogtijden des HEEREN tot de kinderen Israëls uitgesproken.

Einde Leviticus 23