Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
De profeet vermaant de Joden alsook de heidenen, ja, alle creaturen, dat zij God zullen loven, vanwege Zijn goedertierenheid, Zijn waarheid, heil en verlossing door Christus. |
God is aller lof waardig |
1 EEN psalm. Zingt 1den HEERE 2een nieuw lied, want Hij heeft wonderen gedaan; 3Zijn rechterhand en 4de arm Zijner heiligheid heeft Hem 5heil 6gegeven. | | 1 Te weten onzen Heere Christus Jezus. |
2 Zie Ps. 33:3. Ps. 33:3 Zingt Hem een nieuw lied; speelt wel met vrolijk geschal. |
3 Dat is, Hij heeft Zijn vijanden overwonnen door Zijn Goddelijke kracht en sterkte alleen. Zie Jes. 52:10; 53:1; 59:16; 63:5. Jes. 52:10 De HEERE heeft Zijn heiligen arm ontbloot voor de ogen aller heidenen; en al de einden der aarde zullen zien het heil onzes Gods. Jes. 53:1 WIE heeft onze prediking geloofd? En aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard? Jes. 59:16 Dewijl Hij zag dat er niemand was, zo ontzette Hij Zich, omdat er geen voorbidder was; daarom bracht Hem Zijn arm heil aan, en Zijn gerechtigheid, die ondersteunde Hem. Jes. 63:5 En Ik zag toe, en er was niemand die hielp; en Ik ontzette Mij, en er was niemand die ondersteunde; daarom heeft Mijn arm Mij heil beschikt, en Mijn grimmigheid, die heeft Mij ondersteund. |
4 Dat is, Zijn heilige arm. |
5 Te weten over al Zijn vijanden. |
6 Of: verkregen. |
2 De 7HEERE heeft Zijn heil bekendgemaakt, Hij heeft 8Zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen der heidenen. | | 7 Te weten Christus. |
8 Versta hier de gerechtigheid des Evangelies of des geloofs. |
3 9Hij is gedachtig geweest Zijner goedertierenheid en Zijner waarheid aan het huis Israëls; en 10al de einden der aarde hebben gezien het heil onzes Gods. | | 9 Versta hierbij: en Hij heeft gedaan hetgeen Hij Zijn volk van Israël beloofd had, hen van hun zonden verlossende en bevrijdende. Zie Luk. 1:54, 55, 72, 73, 74. Luk. 1:54 Hij heeft Israël, Zijn knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid, Luk. 1:55 (Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk
tot Abraham en zijn zaad) in der eeuwigheid. Luk. 1:72 Opdat Hij barmhartigheid deed aan onze vaderen, en gedachtig ware aan Zijn heilig verbond, Luk. 1:73 En
aan den eed dien Hij Abraham, onzen vader, gezworen heeft, om ons te geven, Luk. 1:74 Dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vrees, |
10 Dat is, de inwoners des aardrijks, van het ene einde tot het andere. Alzo ook Jes. 52:10. Jes. 52:10 De HEERE heeft Zijn heiligen arm ontbloot voor de ogen aller heidenen; en al de einden der aarde zullen zien het heil onzes Gods. |
4 Juicht den HEERE, 11gij ganse aarde, roept uit van vreugde en zingt vrolijk en psalmzingt. | | 11 Dat is, gij allen die op den aardbodem woont, als Ps. 96:9. Ps. 96:9 Aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms; schrikt voor Zijn aangezicht, gij ganse aarde. |
5 Psalmzingt den HEERE met de harp, met de harp en met de stem des gezangs, | | |
6 Met trompetten en bazuingeklank; juicht voor het aangezicht 12des Konings, des HEEREN. | | 12 Te weten voor den Heere Christus. |
7 De zee 13bruise, met haar volheid, de wereld, met degenen die daarin wonen. | | 13 Hebr. dondere, te weten van vreugde. Dit zijn manieren van spreken bij gelijkenis, om aan te wijzen de grote vreugd die de gelovigen, de ganse wereld door verspreid, te water en te land, en in alle manieren, scheppen zullen uit de verkondiging van het Heilig Evangelie. Zie Ps. 96:11. Ps. 96:11 Dat de hemelen zich verblijden, en de aarde zich verheuge; dat de zee bruise met haar volheid. |
8 Dat de rivieren 14met de handen klappen, dat tegelijk de gebergten 15vreugde bedrijven, | | 14 Hebr. met de handpalm. Dit ziet op het gebruik der mensen, die met het klappen der handen vreugde bedrijven en betonen dat zij een zeer goed behagen en genoegen aan een zaak hebben. Alzo ook Ps. 47:2. Jes. 55:12. Ps. 47:2 Alle gij volken, klapt in de hand; juicht Gode met een stem van vreugdegezang. Jes. 55:12 Want in blijdschap zult gijlieden uittrekken en met vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen geschal maken met vrolijk gezang voor uw aangezicht, en alle bomen des velds zullen de handen samenklappen. |
15 Of: juichen. |
9 Voor het aangezicht 16des HEEREN, want 17Hij komt om 18de aarde te richten; Hij zal de wereld richten 19in gerechtigheid, en de volken 20in alle rechtmatigheid. | | 16 Te weten Christus. |
17 Dat is, Hij zal komen. Versta dit zo van de eerste als van de tweede komst van Christus. |
18 Dat is, de inwoners des aardrijks. |
19 Dat is, gerechtelijk, als Ps. 96:13. Ps. 96:13 Voor het aangezicht des HEEREN; want Hij komt, want Hij komt om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten met gerechtigheid, en de volken met Zijn waarheid. |
20 Hebr. in rechtmatigheden. |