Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 8 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Psalm 8

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

David verheft op het hoogste Gods majesteit, almacht en wonderbare regering; inzonderheid Zijn onbegrijpelijke goedertierenheid en genade aan den ellendigen mens, in den Messias Jezus Christus.
 
Gods heerlijke Naam
1 EEN psalm van David, voor den 1opperzangmeester, op de 2Gittith.1 Zie Ps. 4 op vers 1. verwijsteksten
2 Dit houden sommigen ook voor zekeren toon, of een instrument der muziek, tot het spelen en zingen der psalmen, gebruikt bij de nakomelingen (als enigen menen) van Obed-Edom, die een Leviet en zanger was, genoemd de Gethiet, 2 Sam. 6:10. Het Hebreeuwse woord Gath (waarvan Gittith schijnt te komen) is de naam van een vermaarde stad der Filistijnen (alwaar sommigen menen dit instrument eerst gevonden te zijn) en betekent ook een wijnpers, of oliepers, waarom (alsmede uit den inhoud van dezen psalm) enigen gissen dat deze psalm gemaakt is om gezongen te worden als een dankpsalm ten tijde van den wijnoogst. verwijsteksten
2 O HEERE, onze Heere, hoe 3heerlijk is Uw 4Naam op de ganse aarde! Gij, Die Uw majesteit gesteld hebt 5boven de hemelen.3 Of: doorluchtig, grootmachtig, overtreffelijk-geweldig, wijdvermaard. Alzo Jes. 33:21. Jer. 30:21. Het Hebreeuwse woord wordt ook den groten op aarde toegeschreven, Richt. 5:13, 25. Neh. 3:5. Jer. 14:3; 25:34, 35; ook den godzaligen, Ps. 16:3; zelfs den bruisenden wateren van het Rode Meer, Ex. 15:10; betekenende altoos enige bijzondere uitnemendheid. verwijsteksten
4 Dat is, Gij Zelf, met den roem van Uw macht, wijsheid en goedheid, die in al Uw werken blijkt.
5 Dat is, Wiens majesteit onbegrijpelijk en oneindig is. Vgl. 1 Kon. 8:27. Of: Gij, Die Uw majesteit boven alle zienlijke hemelen zeer heerlijk openbaart. Vgl. Ef. 4:10. verwijsteksten
3 Uit aden mond der 6kinderkens en der 7zuigelingen hebt Gij 8sterkte 9gegrondvest om Uwer 10tegenpartijen wil; om den vijand en 11wraakgierige te doen 12ophouden.a Matth. 21:16. verwijsteksten
6 Versta zodanige kinderen, die nu spraak en verstand beginnen te gebruiken, die op straat lopen spelen. Vgl. Jer. 6:11; 9:21. Klgld. 1:5. Matth. 21:16. Hoewel het Hebreeuwse woord somtijds anders gebruikt wordt. Zie Job 3:16. verwijsteksten
7 Aan dewelke God Zijn wonderlijke macht, goedheid en voorzienigheid alzo bewijst, dat zij daarvan een krachtig en onwedersprekelijk bewijs zijn. Waarop de Heere Christus deze woorden gepast heeft. Zie Matth. 21:16. verwijsteksten
8 Anders: krachtigen of sterken lof, dat is, lof Uwer kracht of sterkte. Alzo Ps. 29:1; 96:7; 118:14. Vgl. Matth. 21:16. verwijsteksten
9 Dat is, vastelijk geordineerd, besloten en volbracht. Vgl. Esth. 1:8. Ps. 11:3. verwijsteksten
10 Dat is, om de loochenaars en bespotters van Uw Goddelijke regering en voorzienigheid te beschamen.
11 Hebr. dengene die zich wreekt.
12 Om hem te bedwingen en van zijn lasterlijk voornemen te doen afstaan.
4 13Als ik Uw hemel aanzie, het werk Uwer 14vingeren, de maan en de sterren, die Gij bereid 15hebt:13 Anders: Want ik aanzie of zal aanzien, enz.
14 Dat is, die Gij met Uw wonderlijke wijsheid zo kunstiglijk gewrocht hebt. Een gelijkenis van mensen die zeer kunstiglijk met de vingers werken, als stikkers, borduurwerkers, enz.
15 Versta hierop: zo gedenk ik bij mijzelven, of roep uit, aldus:
5 bWat is de 16mens, dat Gij zijner 17gedenkt, en 18de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt?b Job 7:17. Ps. 144:3. Hebr. 2:6. verwijsteksten
16 Of: broze ellendige mens. Het Hebreeuwse woord enosch komt van een woord dat zeer zwak, ja, dodelijk krank zijn betekent. Zie Job 5 op vers 17. verwijsteksten
17 Door dit denken en bezoeken Gods wordt voornamelijk verstaan het ganse genadewerk in den Messias, onzen Heere Christus, den vervallen mens bewezen; waartoe het volgende mede behoort. Vgl. wijders Gen. 8 op vers 1; 21 op vers 1. verwijsteksten
18 Of: adamskind. Zie 1 Kon. 8 op vers 39. verwijsteksten
6 En hebt hem 19een 20weinig minder gemaakt dan de 21engelen, en hebt hem met eer en heerlijkheid gekroond?19 Deze woorden worden van den apostel in het bijzonder op onzen Heere Christus gepast, Hebr. 2:9. verwijsteksten
20 Dat is, een klein deel, niet veel, of een korten tijd. Zie Ps. 2 op vers 12. verwijsteksten
21 Hebr. elohim, hetwelk hier beduidt engelen. Zie Hebr. 2:9. verwijsteksten
7 Gij doet hem heersen over de werken Uwer handen; cGij hebt 22alles onder zijn voeten gezet:c 1 Kor. 15:27. verwijsteksten
22 Dit wordt in het volgende verklaard.
8 23Schapen en 24ossen, die alle; ook mede de 25dieren des velds,23 Dat is, kleinvee. Zie Gen. 12 op vers 16. verwijsteksten
24 Dat is, grootvee.
25 Versta de wilde dieren. Zie van het Hebreeuwse woord Gen. 1 op vers 26; 6 op vers 7. verwijsteksten
9 26Het gevogelte des 27hemels en de vissen der zee; hetgeen de paden der 28zeeën doorwandelt.26 Zie van het Hebreeuwse woord tsippor Lev. 14 op vers 4. verwijsteksten
27 Dat is, der lucht; als elders dikwijls.
28 Dat is, allerlei vergaderingen van wateren. Zie Gen. 1 op vers 10. verwijsteksten
10 O HEERE, onze Heere, 29hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde!29 Als vers 2. verwijsteksten

Einde Psalm 8