Statenvertaling.nl

sample header image

2 Kronieken 1 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

2 Kronieken 1

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

1 EN Sálomo, de zoon van David, werd versterkt in zijn koninkrijk; want de HEERE zijn God was met hem en maakte hem ten hoogste groot.
2 En Sálomo sprak tot het ganse Israël, tot de oversten der duizenden en der honderden, en tot de rechters en tot alle vorsten in gans Israël, de hoofden der vaderen;
3 En zij gingen heen, Sálomo en de ganse gemeente met hem, naar de hoogte die te Gíbeon was; want daar was de tent der samenkomst Gods, die Mozes, de knecht des HEEREN, in de woestijn gemaakt had.
4 (Maar de ark Gods had David van Kirjath-Jeárim opgebracht ter plaatse die David voor haar bereid had; want hij had voor haar een tent te Jeruzalem gespannen.)
5 Ook was het koperen altaar dat Bezáleël, de zoon van Uri, den zoon van Hur, gemaakt had, aldaar voor den tabernakel des HEEREN; Sálomo nu en de gemeente bezochten hetzelve.
6 En Sálomo offerde daar, voor het aangezicht des HEEREN, op het koperen altaar, dat aan de tent der samenkomst was; en hij offerde daarop duizend brandoffers.
7 In dienzelven nacht verscheen God aan Sálomo; en Hij zeide tot hem: Begeer wat Ik u geven zal.
8 En Sálomo zeide tot God: Gij hebt aan mijn vader David grote weldadigheid gedaan, en Gij hebt mij koning gemaakt in zijn plaats;
9 Nu, HEERE God, laat Uw woord waar worden, gedaan aan mijn vader David; want Gij hebt mij koning gemaakt over een volk, menigvuldig als het stof der aarde.
10 Geef mij nu wijsheid en wetenschap, dat ik voor het aangezicht van dit volk uitga en inga; want wie zou dit Uw groot volk kunnen richten?
11 Toen zeide God tot Sálomo: Daarom dat dit in uw hart geweest is en gij niet begeerd hebt rijkdom, goederen, noch eer, noch de ziel uwer haters, noch ook vele dagen begeerd hebt, maar wijsheid en wetenschap voor u begeerd hebt, opdat gij Mijn volk mocht richten, waarover Ik u koning gemaakt heb:
12 De wijsheid en de wetenschap is u gegeven; daartoe zal Ik u rijkdom en goederen en eer geven, dergelijke geen koningen die vóór u geweest zijn, gehad hebben, en na u zal dergelijke niet zijn.
13 Alzo kwam Sálomo te Jeruzalem, van de hoogte die te Gíbeon is, van voor de tent der samenkomst; en hij regeerde over Israël.
14 En Sálomo vergaderde wagens en ruiters, zodat hij duizend en vierhonderd wagens en twaalfduizend ruiters had; en hij legde ze in de wagensteden en bij den koning te Jeruzalem.
15 En de koning maakte het zilver en het goud in Jeruzalem te zijn als stenen, en de ceders maakte hij te zijn als wilde vijgenbomen, die in de laagte zijn, in menigte.
16 En het uitbrengen der paarden was hetgeen Sálomo uit Egypte had; en aangaande het linnen garen, de kooplieden des konings namen het linnen garen voor den prijs.
17 En zij brachten op en voerden een wagen uit van Egypte voor zeshonderd sikkelen zilver en een paard voor eenhonderd en vijftig; en alzo voerden zij die door hun hand uit voor alle koningen der Hethieten en voor de koningen van Syrië.

Einde 2 Kronieken 1