Statenvertaling.nl

sample header image

Johannes 15 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Johannes 15

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

De Wijnstok en de ranken
1 IK ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman.
2 aAlle rank die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; en alle die vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage. a Matth. 15:13. verwijsteksten
3 bGijlieden zijt nu rein om het woord dat Ik tot u gesproken heb. b Joh. 13:10. verwijsteksten
4 Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zo zij niet in den wijnstok blijft, alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft.
5 Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen.
6 cZo iemand in Mij niet blijft, ddie is buitengeworpen gelijkerwijs de rank, en is verdord; en men vergadert dezelve, en men werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand. c Ez. 15:2, enz. d Matth. 3:10; 7:19. Kol. 1:23. verwijsteksten
7 Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, ezo wat gij wilt, zult gij begeren, en het zal u geschieden. e Jer. 29:12. Matth. 7:7; 21:22. Mark. 11:24. Luk. 11:9. Joh. 14:13; 16:24. Jak. 1:5. 1 Joh. 3:22; 5:14. verwijsteksten
8 Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijn discipelen zijn.
 
Het gebod der liefde
9 Gelijkerwijs de Vader Mij liefgehad heeft, heb Ik ook u liefgehad; blijft in deze Mijn liefde.
10 fIndien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven, gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb en blijf in Zijn liefde. f Joh. 14:15, 21, 23. 1 Joh. 5:3. verwijsteksten
11 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u blijve en uw blijdschap vervuld worde.
12 gDit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb. g Lev. 19:18. Matth. 22:39. Joh. 13:34. Ef. 5:2. 1 Thess. 4:9. 1 Petr. 4:8. 1 Joh. 3:23; 4:21. verwijsteksten
13 hNiemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven zet voor zijn vrienden. h Rom. 5:7. Ef. 5:2. 1 Joh. 3:16. verwijsteksten
14 iGij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebied. i Matth. 12:50. 2 Kor. 5:16. Gal. 5:6; 6:15. Kol. 3:11. verwijsteksten
15 Ik heet u niet meer dienstknechten, want de dienstknecht weet niet wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd, kwant al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb Ik u bekendgemaakt. k Joh. 8:26. verwijsteksten
16 lGij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u gesteld, mdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht blijve; opdat zo wat gij van den Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u dat geve. l Joh. 13:18. Ef. 1:4. m Matth. 28:19. Mark. 16:15. Kol. 1:6. verwijsteksten
17 Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt.
 
De haat der wereld
18 nIndien u de wereld haat, zo weet dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. n 1 Joh. 3:13. verwijsteksten
19 oIndien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld. o Joh. 17:14. Gal. 1:10. verwijsteksten
20 Gedenkt het woord dat Ik u gezegd heb: pEen dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. qIndien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren. p Matth. 10:24. Luk. 6:40. Joh. 13:16. q Matth. 24:9. Joh. 16:2. verwijsteksten
21 rMaar al deze dingen zullen zij u doen om Mijns Naams wil, omdat zij Hem niet kennen Die Mij gezonden heeft. r Matth. 10:22. Joh. 16:3. verwijsteksten
22 sIndien Ik niet gekomen was en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde. s Rom. 4:15; 5:20. verwijsteksten
23 Die Mij haat, die haat ook Mijn Vader.
24 tIndien Ik de werken onder hen niet had gedaan, die niemand anders gedaan heeft, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beide Mij en Mijn Vader gehaat. t Joh. 10:37. verwijsteksten
25 Maar dit geschiedt opdat het woord vervuld worde dat in hun Wet geschreven is: vZij hebben Mij zonder oorzaak gehaat. v Ps. 35:19; 69:5. verwijsteksten
26 xMaar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, yDien Ik u zenden zal van den Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen. x Joh. 14:26; 16:7. Hand. 5:32. y Luk. 24:49. verwijsteksten
27 zEn gij zult ook getuigen, want gij zijt van den beginne met Mij geweest. z Hand. 1:8, 21; 5:32. verwijsteksten

Einde Johannes 15