Statenvertaling.nl

trommius

Zoeken Statenvertaling en kanttekeningen – micha

Via deze pagina kunt u online zoeken in de Bijbeltekst en kanttekeningen van de Statenvertaling (editie GBS). U kunt zoeken op één of meer woorden of delen van woorden. De zoekresultaten worden direct onder de zoekopdracht getoond en kunnen ook per Bijbelboek worden geraadpleegd. Vanuit de zoekresultaten kunt u de gevonden Bijbelgedeelten en/of kanttekeningen raadplegen. Via de pijltoetsen in uw browser kunt u terugkeren naar een eerder getoond scherm.

Zoekwoord(en):      (tip: kies zo min mogelijk woorden)
Tekst bevat: 
Zoeken op:  
Zoeken in:  
 

Zoekresultaten per Bijbelboek (aantal verzen)

Num (1)    Richt (19)    1 Sam (9)    2 Sam (8)    1 Kon (9)    2 Kon (1)    1 Kron (17)    2 Kron (13)    Ezra (1)    Neh (5)    Jer (3)    Dan (3)    Micha (1)    Jud (1)    Openb (1)    Totaal OT (90)    Totaal NT (2)    Alle Bijbelboeken (92)
 

2 Kronieken: zoekresultaten 1-13 (van 13)

2 Kron. 13:2    (idem met kt.)   Hij regeerde drie jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Michája, de dochter van Uriël, van Gíbea; en er was krijg tussen Abía en tussen Jeróbeam.

2 Kron. 17:7    (idem met kt.)   In het derde jaar nu zijner regering zond hij tot zijn vorsten, tot Benchaïl en tot Obadja en tot Zechárja en tot Netháneël en tot Michája, opdat men zou leren in de steden van Juda.

2 Kron. 18:7    (idem met kt.)   Toen zeide de koning van Israël tot Jósafat: Er is nog één man om door hem den HEERE te vragen; maar ik haat hem, want hij profeteert over mij niets goeds, maar altijd kwaad; deze is Micha, de zoon van Jimla. En Jósafat zeide: De koning zegge niet alzo.

2 Kron. 18:8    (idem met kt.)   Toen riep de koning van Israël een kamerling, en hij zeide: Haal haastelijk Micha, den zoon van Jimla.

2 Kron. 18:12    (idem met kt.)   De bode nu die heengegaan was om Micha te roepen, sprak tot hem, zeggende: Zie, de woorden der profeten zijn uit één mond goed tot den koning; dat nu toch uw woord zij gelijk als van een uit hen, en spreek het goede.

2 Kron. 18:13    (idem met kt.)   Doch Micha zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, hetgeen dat mijn God zeggen zal, dat zal ik spreken.

2 Kron. 18:14    (idem met kt.)   Als hij tot den koning gekomen was, zo zeide de koning tot hem: Micha, zullen wij naar Ramoth in Gilead ten strijde trekken of zal ik het nalaten? En hij zeide: Trekt op en gijlieden zult voorspoedig zijn, want zij zullen in uw hand gegeven worden.

2 Kron. 18:23    (idem met kt.)   Toen trad Zedekía, de zoon van Kenáäna, toe en sloeg Micha op de kinnebak, en hij zeide: Door wat weg is de Geest des HEEREN van mij doorgegaan om u aan te spreken?

2 Kron. 18:24    (idem met kt.)   En Micha zeide: Zie, gij zult het zien aan dienzelven dag, als gij zult gaan van kamer in kamer om u te versteken.

2 Kron. 18:25    (idem met kt.)   De koning van Israël nu zeide: Neemt Micha en brengt hem weder tot Amon, den overste der stad, en tot Joas, den zoon des konings;

2 Kron. 18:27    (idem met kt.)   En Micha zeide: Indien gij enigszins met vrede wederkomt, zo heeft de HEERE door mij niet gesproken. Verder zeide hij: Hoort, gij volken altegader.

2 Kron. 21:2    (idem met kt.)   En hij had broederen, Jósafats zonen, Azárja en Jehíël en Zechárja en Azarjáhu en Michaël en Sefátja; deze allen waren zonen van Jósafat, den koning Israëls.

2 Kron. 34:20    (idem met kt.)   En de koning gebood Hilkía en Ahíkam, den zoon van Safan, en Abdon, den zoon van Micha, en Safan, den schrijver, en Asája, den knecht des konings, zeggende:

2 Kronieken: zoekresultaten 1-13 (van 13)

Naar zoekresultaten per Bijbelboek

Naar top van deze pagina