Statenvertaling.nl

trommius

Zoeken Statenvertaling en kanttekeningen – huis

Via deze pagina kunt u online zoeken in de Bijbeltekst en kanttekeningen van de Statenvertaling (editie GBS). U kunt zoeken op één of meer woorden of delen van woorden. De zoekresultaten worden direct onder de zoekopdracht getoond en kunnen ook per Bijbelboek worden geraadpleegd. Vanuit de zoekresultaten kunt u de gevonden Bijbelgedeelten en/of kanttekeningen raadplegen. Via de pijltoetsen in uw browser kunt u terugkeren naar een eerder getoond scherm.

Zoekwoord(en):      (tip: kies zo min mogelijk woorden)
Tekst bevat: 
Zoeken op:  
Zoeken in:  
 

Zoekresultaten per Bijbelboek (aantal verzen)

Gen (69)    Ex (19)    Lev (33)    Num (51)    Deut (31)    Joz (13)    Richt (59)    Ruth (5)    1 Sam (56)    2 Sam (88)    1 Kon (140)    2 Kon (98)    1 Kron (78)    2 Kron (158)    Ezra (50)    Neh (37)    Esth (21)    Job (17)    Ps (38)    Spr (34)    Pred (4)    Hoogl (3)    Jes (47)    Jer (91)    Klgld (1)    Ez (129)    Dan (9)    Hos (12)    Joël (4)    Amos (20)    Obadja (2)    Micha (10)    Nah (1)    Hab (3)    Zef (2)    Hagg (8)    Zach (25)    Mal (1)    Matth (30)    Mark (26)    Luk (49)    Joh (11)    Hand (33)    Rom (1)    1 Kor (3)    2 Kor (1)    Filipp (1)    Kol (1)    1 Tim (5)    2 Tim (3)    Tit (1)    Hebr (8)    1 Petr (2)    2 Joh (1)    Totaal OT (1467)    Totaal NT (176)    Alle Bijbelboeken (1643)
 

Jozua: zoekresultaten 1-13 (van 13)

Joz. 2:12    (idem met kt.)   Nu dan, zweert mij toch bij den HEERE, dewijl ik weldadigheid aan ulieden gedaan heb, dat gij ook weldadigheid doen zult aan mijns vaders huis, en geeft mij een waarteken,

Joz. 2:15    (idem met kt.)   Zij liet hen dan neder met een zeel door het venster; want haar huis was op den stadsmuur, en zij woonde op den muur.

Joz. 2:18    (idem met kt.)   Zie, wanneer wij in het land komen, zo zult gij dit snoer van scharlaken draad aan het venster binden, door hetwelk gij ons zult nedergelaten hebben; en gij zult tot u in het huis vergaderen uw vader en uw moeder en uw broederen en het ganse huisgezin uws vaders.

Joz. 2:19    (idem met kt.)   Zo zal het geschieden, al wie uit de deuren van uw huis naar buiten gaan zal, zijn bloed zij op zijn hoofd en wij zullen onschuldig zijn; maar al wie bij u in het huis zijn zal, diens bloed zij op ons hoofd, indien een hand tegen hem zijn zal.

Joz. 6:17    (idem met kt.)   Doch deze stad zal den HEERE verbannen zijn, zij en al wat daarin is; alleenlijk zal de hoer Rachab levend blijven, zij en allen die met haar in het huis zijn, omdat zij de boden die wij uitgezonden hadden, verborgen heeft.

Joz. 6:22    (idem met kt.)   Jozua nu zeide tot de twee mannen, de verspieders des lands: Gaat in het huis der vrouw, der hoer, en brengt die vrouw vandaar uit, met al wat zij heeft, gelijk als gij haar gezworen hebt.

Joz. 6:24    (idem met kt.)   De stad nu verbrandden zij met vuur en alles wat daarin was; alleenlijk het zilver en goud, mitsgaders de koperen en ijzeren vaten, gaven zij tot den schat van het huis des HEEREN.

Joz. 17:17    (idem met kt.)   Verder sprak Jozua tot het huis van Jozef, tot Efraïm en tot Manasse, zeggende: Gij zijt een groot volk en gij hebt grote kracht, gij zult niet één lot hebben;

Joz. 18:5    (idem met kt.)   Zij nu zullen het delen in zeven delen; Juda zal blijven op zijn landpale van het zuiden en het huis van Jozef zal blijven op zijn landpale van het noorden.

Joz. 20:6    (idem met kt.)   En hij zal in dezelve stad wonen, totdat hij sta voor het aangezicht der vergadering voor het gericht, totdat de hogepriester sterve die in die dagen zijn zal; dan zal de doodslager wederkeren en komen tot zijn stad en tot zijn huis, tot de stad vanwaar hij gevloden is.

Joz. 21:45    (idem met kt.)   Er viel niet één woord van al de goede woorden die de HEERE gesproken had tot het huis Israëls, het kwam altemaal.

Joz. 22:14    (idem met kt.)   En tien vorsten met hem, van ieder vaderlijk huis één vorst, uit al de stammen van Israël; en zij waren eenieder een hoofd van het huis hunner vaderen over de duizenden Israëls.

Joz. 24:15    (idem met kt.)   Doch zo het kwaad is in uw ogen den HEERE te dienen, kiest u heden wien gij dienen zult: hetzij de goden welke uw vaders, die aan de andere zijde der rivier waren, gediend hebben, of de goden der Amorieten, in welker land gij woont; maar aangaande mij en mijn huis, wij zullen den HEERE dienen.

Jozua: zoekresultaten 1-13 (van 13)

Naar zoekresultaten per Bijbelboek

Naar top van deze pagina