Statenvertaling.nl

trommius

Zoeken Statenvertaling en kanttekeningen – huis

Via deze pagina kunt u online zoeken in de Bijbeltekst en kanttekeningen van de Statenvertaling (editie GBS). U kunt zoeken op één of meer woorden of delen van woorden. De zoekresultaten worden direct onder de zoekopdracht getoond en kunnen ook per Bijbelboek worden geraadpleegd. Vanuit de zoekresultaten kunt u de gevonden Bijbelgedeelten en/of kanttekeningen raadplegen. Via de pijltoetsen in uw browser kunt u terugkeren naar een eerder getoond scherm.

Zoekwoord(en):      (tip: kies zo min mogelijk woorden)
Tekst bevat: 
Zoeken op:  
Zoeken in:  
 

Zoekresultaten per Bijbelboek (aantal verzen)

Gen (69)    Ex (19)    Lev (33)    Num (51)    Deut (31)    Joz (13)    Richt (59)    Ruth (5)    1 Sam (56)    2 Sam (88)    1 Kon (140)    2 Kon (98)    1 Kron (78)    2 Kron (158)    Ezra (50)    Neh (37)    Esth (21)    Job (17)    Ps (38)    Spr (34)    Pred (4)    Hoogl (3)    Jes (47)    Jer (91)    Klgld (1)    Ez (129)    Dan (9)    Hos (12)    Joël (4)    Amos (20)    Obadja (2)    Micha (10)    Nah (1)    Hab (3)    Zef (2)    Hagg (8)    Zach (25)    Mal (1)    Matth (30)    Mark (26)    Luk (49)    Joh (11)    Hand (33)    Rom (1)    1 Kor (3)    2 Kor (1)    Filipp (1)    Kol (1)    1 Tim (5)    2 Tim (3)    Tit (1)    Hebr (8)    1 Petr (2)    2 Joh (1)    Totaal OT (1467)    Totaal NT (176)    Alle Bijbelboeken (1643)
 

Leviticus: zoekresultaten 1-33 (van 33)

Lev. 10:6    (idem met kt.)   En Mozes zeide tot Aäron en tot Eleázar en tot Ithamar, zijn zonen: Gij zult uw hoofden niet ontbloten, noch uw klederen verscheuren, opdat gij niet sterft en grote toorn over de ganse vergadering kome; maar uw broederen, het ganse huis Israëls, zullen dezen brand, dien de HEERE aangestoken heeft, bewenen.

Lev. 14:34    (idem met kt.)   Als gij zult gekomen zijn in het land van Kanaän, hetwelk Ik u tot bezitting geven zal, en Ik de plaag der melaatsheid aan een huis van het land uwer bezitting zal gegeven hebben;

Lev. 14:35    (idem met kt.)   Zo zal hij van wien dat huis is, komen en den priester te kennen geven, zeggende: Het schijnt mij alsof er een plaag in het huis ware.

Lev. 14:36    (idem met kt.)   En de priester zal gebieden dat zij dat huis ruimen, aleer de priester komt om die plaag te bezien, opdat niet al wat in dat huis is, onrein worde; en daarna zal de priester komen om dat huis te bezien.

Lev. 14:37    (idem met kt.)   Als hij die plaag bezien zal, dat, zie, die plaag aan de wanden van dat huis zijn groenachtige of roodachtige kuiltjes, en hun aanzien lager is dan die wand,

Lev. 14:38    (idem met kt.)   De priester zal uit dat huis uitgaan aan de deur van hetzelve huis, en hij zal dat huis zeven dagen doen toesluiten.

Lev. 14:39    (idem met kt.)   Daarna zal de priester op den zevenden dag wederkeren; indien hij merken zal dat, zie, die plaag aan de wanden van dat huis uitgespreid is,

Lev. 14:41    (idem met kt.)   En dat huis zal hij rondom vanbinnen doen schrabben, en zij zullen het stof dat zij afgeschrabd hebben, tot buiten de stad aan een onreine plaats uitstorten.

Lev. 14:42    (idem met kt.)   Daarna zullen zij andere stenen nemen en in de plaats van gene stenen brengen; en men zal ander leem nemen en dat huis bestrijken.

Lev. 14:43    (idem met kt.)   Maar indien die plaag wederkeert en in dat huis uitbot, nadat men de stenen uitgebroken heeft, en na het afschrabben van het huis en nadat het zal bestreken zijn,

Lev. 14:44    (idem met kt.)   Zo zal de priester komen; als hij nu zal merken dat, zie, die plaag aan dat huis uitgespreid is, het is een knagende melaatsheid in dat huis; het is onrein.

Lev. 14:45    (idem met kt.)   Daarom zal men dat huis, zijn stenen en zijn hout ganselijk afbreken, mitsgaders al het leem van hetzelve huis, en men zal het tot buiten de stad uitvoeren aan een onreine plaats.

Lev. 14:46    (idem met kt.)   En wie in dat huis gaat te enigen dage, als men hetzelve zal toegesloten hebben, zal onrein zijn tot aan den avond.

Lev. 14:47    (idem met kt.)   Wie ook in dat huis te slapen ligt, zal zijn klederen wassen; insgelijks wie in dat huis eet, zal zijn klederen wassen.

Lev. 14:48    (idem met kt.)   Maar als de priester zal weder ingegaan zijn en zal merken dat, zie, die plaag aan dat huis niet uitgespreid is, nadat het huis zal bestreken zijn, zo zal de priester dat huis rein verklaren, dewijl die plaag genezen is.

Lev. 14:49    (idem met kt.)   Daarna zal hij, om dat huis te ontzondigen, twee vogeltjes nemen, mitsgaders cederhout en scharlaken en hysop.

Lev. 14:51    (idem met kt.)   Dan zal hij dat cederhout en die hysop en het scharlaken en den levenden vogel nemen, en zal die in het bloed des geslachten vogels en in het levende water dopen, en hij zal dat huis zevenmaal besprengen.

Lev. 14:52    (idem met kt.)   Zo zal hij dat huis ontzondigen met het bloed des vogels en met dat levend water, en met den levenden vogel en met dat cederhout en met de hysop en met het scharlaken.

Lev. 14:53    (idem met kt.)   Den levenden vogel nu zal hij tot buiten de stad, in het open veld laten vliegen; zo zal hij over het huis verzoening doen, en het zal rein zijn.

Lev. 16:6    (idem met kt.)   Daarna zal Aäron den var des zondoffers die voor hem zal zijn, offeren, en zal voor zich en voor zijn huis verzoening doen.

Lev. 16:11    (idem met kt.)   Aäron dan zal den var des zondoffers die voor hemzelven zal zijn, toebrengen en voor zichzelven en voor zijn huis verzoening doen, en zal den var des zondoffers die voor hemzelven zal zijn, slachten.

Lev. 16:17    (idem met kt.)   En geen mens zal in de tent der samenkomst zijn, als hij zal ingaan om in het heilige verzoening te doen, totdat hij zal uitkomen; alzo zal hij verzoening doen voor zichzelven en voor zijn huis en voor de gehele gemeente Israëls.

Lev. 17:3    (idem met kt.)   Eenieder van het huis Israëls, die een os of lam of geit in het leger slachten zal, of die ze slachten zal buiten het leger,

Lev. 17:8    (idem met kt.)   Zeg dan tot hen: Eenieder van het huis Israëls en van de vreemdelingen die in het midden van hen als vreemdelingen verkeren, die een brandoffer of slachtoffer zal offeren,

Lev. 17:10    (idem met kt.)   En eenieder uit het huis Israëls en uit de vreemdelingen die in het midden van hen als vreemdelingen verkeren, die enig bloed zal gegeten hebben, tegen diens ziel die dat bloed zal gegeten hebben, zal Ik Mijn aangezicht zetten en zal die uit het midden haars volks uitroeien.

Lev. 18:9    (idem met kt.)   De schaamte uwer zuster, der dochter uws vaders of der dochter uwer moeder, te huis geboren of buiten geboren, haar schaamte zult gij niet ontdekken.

Lev. 22:11    (idem met kt.)   Wanneer dan nog de priester een ziel met zijn geld zal gekocht hebben, die zal daarvan eten; en de ingeborene van zijn huis, die zullen van zijn spijze eten.

Lev. 22:13    (idem met kt.)   Doch als des priesters dochter een weduwe of verstotene zal zijn en geen zaad hebben en tot haars vaders huis, als in haar jonkheid, zal wedergekeerd zijn, zo zal zij van de spijze haars vaders eten; maar geen vreemde zal daarvan eten.

Lev. 22:18    (idem met kt.)   Spreek tot Aäron en tot zijn zonen en tot al de kinderen Israëls en zeg tot hen: Zo wie uit het huis Israëls en uit de vreemdelingen in Israël is, die zijn offerande zal offeren naar al hun geloften, en naar al hun vrijwillige offers, die zij den HEERE ten brandoffer zullen offeren;

Lev. 25:30    (idem met kt.)   Maar is het dat het niet gelost wordt tegen dat hem het gehele jaar zal vervuld zijn, zo zal dat huis hetwelk in die stad is die een muur heeft, voor altoos blijven aan hem die dat gekocht heeft, onder zijn geslachten; het zal in het jubeljaar niet uitgaan.

Lev. 25:33    (idem met kt.)   En als men onder de Levieten lossing zal gedaan hebben, zo zal de koop van het huis en van de stad zijner bezitting in het jubeljaar uitgaan; want de huizen van de steden der Levieten zijn hun bezitting in het midden van de kinderen Israëls.

Lev. 27:14    (idem met kt.)   En wanneer iemand zijn huis zal geheiligd hebben, dat het den HEERE heilig zij, zo zal de priester dat schatten naar dat het goed of kwaad is; gelijk als de priester dat geschat zal hebben, zo zal het stand hebben.

Lev. 27:15    (idem met kt.)   En indien hij die het geheiligd heeft, zijn huis zal lossen, zo zal hij een vijfde deel van het geld uwer schatting daarboven toedoen, zo zal het zijne zijn.

Leviticus: zoekresultaten 1-33 (van 33)

Naar zoekresultaten per Bijbelboek

Naar top van deze pagina