Statenvertaling.nl

trommius

Zoeken Statenvertaling en kanttekeningen – huis

Via deze pagina kunt u online zoeken in de Bijbeltekst en kanttekeningen van de Statenvertaling (editie GBS). U kunt zoeken op één of meer woorden of delen van woorden. De zoekresultaten worden direct onder de zoekopdracht getoond en kunnen ook per Bijbelboek worden geraadpleegd. Vanuit de zoekresultaten kunt u de gevonden Bijbelgedeelten en/of kanttekeningen raadplegen. Via de pijltoetsen in uw browser kunt u terugkeren naar een eerder getoond scherm.

Zoekwoord(en):      (tip: kies zo min mogelijk woorden)
Tekst bevat: 
Zoeken op:  
Zoeken in:  
 

Zoekresultaten per Bijbelboek (aantal verzen)

Gen (69)    Ex (19)    Lev (33)    Num (51)    Deut (31)    Joz (13)    Richt (59)    Ruth (5)    1 Sam (56)    2 Sam (88)    1 Kon (140)    2 Kon (98)    1 Kron (78)    2 Kron (158)    Ezra (50)    Neh (37)    Esth (21)    Job (17)    Ps (38)    Spr (34)    Pred (4)    Hoogl (3)    Jes (47)    Jer (91)    Klgld (1)    Ez (129)    Dan (9)    Hos (12)    Joël (4)    Amos (20)    Obadja (2)    Micha (10)    Nah (1)    Hab (3)    Zef (2)    Hagg (8)    Zach (25)    Mal (1)    Matth (30)    Mark (26)    Luk (49)    Joh (11)    Hand (33)    Rom (1)    1 Kor (3)    2 Kor (1)    Filipp (1)    Kol (1)    1 Tim (5)    2 Tim (3)    Tit (1)    Hebr (8)    1 Petr (2)    2 Joh (1)    Totaal OT (1467)    Totaal NT (176)    Alle Bijbelboeken (1643)
 

Jesaja: zoekresultaten 1-47 (van 47)

Jes. 2:2    (idem met kt.)   En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien.

Jes. 2:3    (idem met kt.)   En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, tot het huis van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen en dat wij wandelen in Zijn paden. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem.

Jes. 2:5    (idem met kt.)   Komt, gij huis Jakobs, en laat ons wandelen in het licht des HEEREN.

Jes. 2:6    (idem met kt.)   Maar Gij hebt Uw volk, het huis Jakobs, verlaten; want zij zijn vervuld met goddeloosheid, meer dan het oosten, en zij zijn guichelaars, gelijk de Filistijnen, en aan de kinderen der vreemden tonen zij hun behagen.

Jes. 3:6    (idem met kt.)   Wanneer iemand zijn broeder uit het huis zijns vaders zal aangrijpen, zeggende: Gij hebt een kleed, wees ons ten overste, laat toch dezen aanstoot onder uw hand wezen;

Jes. 3:7    (idem met kt.)   Zo zal hij in dien dag zijn hand opheffen, zeggende: Ik kan geen heelmeester wezen; er is ook geen brood en geen kleed in mijn huis; zet mij niet tot een overste des volks.

Jes. 5:7    (idem met kt.)   Want de wijngaard des HEEREN der heirscharen is het huis Israëls, en de mannen van Juda zijn een plant Zijner verlustigingen; en Hij heeft gewacht naar recht, maar zie, het is schurftigheid; naar gerechtigheid, maar zie, het is geschreeuw.

Jes. 5:8    (idem met kt.)   Wee dengenen die huis aan huis trekken, akker aan akker brengen, totdat er geen plaats meer zij, en dat gijlieden alleen inwoners gemaakt wordt in het midden des lands.

Jes. 6:4    (idem met kt.)   Zodat de posten der dorpels zich bewogen van de stem des roependen; en het huis werd vervuld met rook.

Jes. 7:2    (idem met kt.)   Als men het huis Davids boodschapte, zeggende: De Syriërs rusten op Efraïm; zo bewoog zich zijn hart en het hart zijns volks, gelijk de bomen des wouds bewogen worden van den wind.

Jes. 7:13    (idem met kt.)   Toen zeide hij: Hoort gijlieden nu, gij huis Davids, is het ulieden te weinig dat gij de mensen moede maakt, dat gij ook mijn God moede maakt?

Jes. 7:17    (idem met kt.)   Doch de HEERE zal over u en over uw volk en over uws vaders huis, dagen doen komen, hoedanige niet gekomen zijn van dien dag af dat Efraïm van Juda is afgeweken, door den koning van Assyrië.

Jes. 8:17    (idem met kt.)   Daarom zal ik den HEERE verbeiden, Die Zijn aangezicht verbergt voor het huis Jakobs, en ik zal Hem verwachten.

Jes. 10:20    (idem met kt.)   En het zal geschieden te dien dage, dat het overblijfsel van Israël en de ontkomenen van het huis van Jakob niet meer steunen zullen op dien die hen geslagen heeft, maar zij zullen steunen op den HEERE, den Heilige Israëls, oprechtelijk.

Jes. 14:1    (idem met kt.)   WANT de HEERE zal Zich over Jakob ontfermen en Hij zal Israël nog verkiezen, en Hij zal hen in hun land zetten; en de vreemdeling zal zich tot hen vervoegen, en zij zullen het huis van Jakob aanhangen.

Jes. 14:2    (idem met kt.)   En de volken zullen hen aannemen en in hun plaats brengen; en het huis Israëls zal hen erfelijk bezitten in het land des HEEREN, tot knechten en tot maagden; en zij zullen gevankelijk houden degenen die hen gevangen hielden, en zij zullen heersen over hun drijvers.

Jes. 14:17    (idem met kt.)   Die de wereld als een woestijn stelde en derzelver steden verstoorde, die zijn gevangenen niet liet los gaan naar huis toe?

Jes. 14:18    (idem met kt.)   Al de koningen der heidenen, zij allen, liggen neder met eer, een iegelijk in zijn huis;

Jes. 22:8    (idem met kt.)   En hij zal het deksel van Juda ontdekken; en te dien dage zult gij zien naar de wapenen in het huis des wouds.

Jes. 22:18    (idem met kt.)   Hij zal u gewisselijk voortrollen, gelijk men een bal rolt, in een land, wijd van ruimte; aldaar zult gij sterven en aldaar zullen uw heerlijke wagens zijn, o gij schandvlek van het huis uws heren.

Jes. 22:21    (idem met kt.)   En Ik zal hem met uw rok bekleden en Ik zal hem met uw gordel sterken, en uw heerschappij zal Ik in zijn hand geven; en hij zal den inwoners te Jeruzalem en het huis van Juda tot een vader zijn.

Jes. 22:22    (idem met kt.)   En Ik zal den sleutel van Davids huis op zijn schouder leggen; en hij zal opendoen en niemand zal sluiten, en hij zal sluiten en niemand zal opendoen.

Jes. 22:23    (idem met kt.)   En Ik zal hem als een nagel inslaan in een vaste plaats, en hij zal wezen tot een stoel der ere voor het huis zijns vaders.

Jes. 22:24    (idem met kt.)   En men zal aan hem hangen alle heerlijkheid van het huis zijns vaders, der uitspruitelingen en der afkomelingen, ook alle kleine vaten, van de vaten der bekers af, zelfs tot al de vaten der flessen.

Jes. 23:1    (idem met kt.)   DE last van Tyrus. Huilt, gij schepen van Tarsis, want zij is verwoest, dat er geen huis meer is, dat niemand er meer ingaat; uit het land Chittim is het aan hen openbaar geworden.

Jes. 29:22    (idem met kt.)   Daarom zegt de HEERE, Die Abraham verlost heeft, tot het huis Jakobs alzo: Jakob zal nu niet meer beschaamd worden, en nu zal zijn aangezicht niet meer bleek worden;

Jes. 31:2    (idem met kt.)   Nochtans is Hij ook wijs, en Hij doet het kwaad komen en trekt Zijn woorden niet terug; maar Hij zal Zich opmaken tegen het huis der boosdoeners en tegen de hulp dergenen die ongerechtigheid werken.

Jes. 37:1    (idem met kt.)   EN het geschiedde als de koning Hizkía dat hoorde, zo scheurde hij zijn klederen, en bedekte zich met een zak en ging in het huis des HEEREN.

Jes. 37:14    (idem met kt.)   Als nu Hizkía de brieven uit der boden hand ontvangen en die gelezen had, ging hij op in het huis des HEEREN, en Hizkía breidde die uit voor het aangezicht des HEEREN.

Jes. 37:31    (idem met kt.)   Want het ontkomene, dat overgebleven is van het huis van Juda, zal wederom nederwaarts wortelen, en het zal opwaarts vrucht dragen.

Jes. 37:38    (idem met kt.)   Het geschiedde nu als hij in het huis van Nisroch, zijn god, zich nederboog, dat Adrammélech en Sarézer, zijn zonen, hem met het zwaard versloegen; doch zij ontkwamen in het land van Ararát; en Esar-Haddon, zijn zoon, werd koning in zijn plaats.

Jes. 38:1    (idem met kt.)   IN die dagen werd Hizkía krank tot stervens toe; en de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, kwam tot hem en zeide tot hem: Alzo zegt de HEERE: Geef bevel aan uw huis, want gij zult sterven, en niet leven.

Jes. 38:20    (idem met kt.)   De HEERE was gereed om mij te verlossen; daarom zullen wij op mijn snarenspel spelen, al de dagen onzes levens, in het huis des HEEREN.

Jes. 39:2    (idem met kt.)   En Hizkía verblijdde zich over hen en hij toonde hun zijn schathuis, het zilver en het goud, en de specerijen en de beste olie, en zijn ganse wapenhuis en al wat gevonden werd in zijn schatten; er was geen ding in zijn huis, noch in zijn ganse heerschappij, dat Hizkía hun niet toonde.

Jes. 39:4    (idem met kt.)   En hij zeide: Wat hebben zij gezien in uw huis? En Hizkía zeide: Zij hebben alles gezien wat in mijn huis is; geen ding is er in mijn schatten, dat ik hun niet getoond heb.

Jes. 39:6    (idem met kt.)   Zie, de dagen komen, dat al wat in uw huis is en wat uw vaders opgelegd hebben tot een schat tot op dezen dag, naar Babel weggevoerd zal worden; er zal niets overgelaten worden, zegt de HEERE.

Jes. 44:13    (idem met kt.)   De timmerman trekt het richtsnoer uit, hij tekent het af met den draad, hij maakt het effen met de schaven en tekent het met den passer, en maakt het naar de beeltenis eens mans, naar de schoonheid van een mens, dat het in het huis blijve.

Jes. 46:3    (idem met kt.)   Hoort naar Mij, o huis Jakobs, en het ganse overblijfsel van het huis Israëls, gij die van Mij gedragen zijt van den buik aan, en opgenomen van de baarmoeder af.

Jes. 48:1    (idem met kt.)   HOORT dit, gij huis Jakobs, die genoemd worden met den naam van Israël en uit de wateren van Juda voortgekomen zijn; die daar zweren bij den Naam des HEEREN en vermelden den God Israëls, maar niet in waarheid, noch in gerechtigheid.

Jes. 56:5    (idem met kt.)   Ik zal hen ook in Mijn huis en binnen Mijn muren een plaats en een naam geven, beter dan der zonen en dan der dochteren; een eeuwigen naam zal Ik eenieder van hen geven, die niet uitgeroeid zal worden.

Jes. 56:7    (idem met kt.)   Die zal Ik ook brengen tot Mijn heiligen berg, en Ik zal hen verheugen in Mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen aangenaam wezen op Mijn altaar; want Mijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken.

Jes. 58:1    (idem met kt.)   ROEP uit de keel, houd niet in, verhef uw stem als een bazuin, en verkondig Mijn volk hun overtreding, en het huis van Jakob hun zonden.

Jes. 58:7    (idem met kt.)   Is het niet dat gij den hongerige uw brood mededeelt en de arme verdrevenen in huis brengt? Als gij een naakte ziet, dat gij hem dekt en dat gij u voor uw vlees niet verbergt?

Jes. 60:7    (idem met kt.)   Al de schapen van Kedar zullen tot u verzameld worden, de rammen van Nebajoth zullen u dienen; zij zullen met welgevallen komen op Mijn altaar, en Ik zal het huis Mijner heerlijkheid heerlijk maken.

Jes. 63:7    (idem met kt.)   Ik zal de goedertierenheden des HEEREN vermelden, den veelvoudigen lof des HEEREN, naar alles wat de HEERE ons heeft bewezen, en de grote goedheid aan het huis Israëls, die Hij hun bewezen heeft naar Zijn barmhartigheden en naar de veelheid Zijner goedertierenheden.

Jes. 64:11    (idem met kt.)   Ons heilig en ons heerlijk huis, waarin onze vaders U loofden, is met vuur verbrand; en al onze gewenste dingen zijn tot woestheid geworden.

Jes. 66:1    (idem met kt.)   ALZO zegt de HEERE: De hemel is Mijn troon en de aarde is de voetbank Mijner voeten; waar zou dat huis zijn, dat gijlieden Mij zoudt bouwen? En waar is de plaats Mijner rust?

Jesaja: zoekresultaten 1-47 (van 47)

Naar zoekresultaten per Bijbelboek

Naar top van deze pagina