Zoeken Statenvertaling en kanttekeningen – huis
Via deze pagina kunt u online zoeken in de Bijbeltekst en kanttekeningen van de Statenvertaling (editie GBS). U kunt zoeken op één of meer woorden of delen van woorden. De zoekresultaten worden direct onder de zoekopdracht getoond en kunnen ook per Bijbelboek worden geraadpleegd. Vanuit de zoekresultaten kunt u de gevonden Bijbelgedeelten en/of kanttekeningen raadplegen. Via de pijltoetsen in uw browser kunt u terugkeren naar een eerder getoond scherm.
Zoekresultaten per Bijbelboek (aantal verzen)
Gen (69) Ex (19) Lev (33) Num (51) Deut (31) Joz (13) Richt (59) Ruth (5) 1 Sam (56) 2 Sam (88) 1 Kon (140) 2 Kon (98) 1 Kron (78) 2 Kron (158) Ezra (50) Neh (37) Esth (21) Job (17) Ps (38) Spr (34) Pred (4) Hoogl (3) Jes (47) Jer (91) Klgld (1) Ez (129) Dan (9) Hos (12) Joël (4) Amos (20) Obadja (2) Micha (10) Nah (1) Hab (3) Zef (2) Hagg (8) Zach (25) Mal (1) Matth (30) Mark (26) Luk (49) Joh (11) Hand (33) Rom (1) 1 Kor (3) 2 Kor (1) Filipp (1) Kol (1) 1 Tim (5) 2 Tim (3) Tit (1) Hebr (8) 1 Petr (2) 2 Joh (1) Totaal OT (1467) Totaal NT (176) Alle Bijbelboeken (1643)
Spreuken: zoekresultaten 1-34 (van 34)
Spr. 2:18 (idem met kt.) Want haar huis helt naar den dood, en haar paden naar de overledenen.
Spr. 3:33 (idem met kt.) De vloek des HEEREN is in het huis des goddelozen, maar de woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen.
Spr. 5:8 (idem met kt.) Maak uw weg verre van haar, en nader niet tot de deur van haar huis,
Spr. 5:10 (idem met kt.) Opdat de vreemden zich niet verzadigen van uw vermogen, en al uw smartelijke arbeid niet kome in het huis des onbekenden,
Spr. 6:31 (idem met kt.) En gevonden zijnde, vergeldt hij het zevenvoudig; hij geeft al het goed van zijn huis.
Spr. 7:6 (idem met kt.) Want door het venster van mijn huis, door mijn tralie keek ik uit,
Spr. 7:8 (idem met kt.) Voorbijgaande op de straat, nevens haar hoek, en hij trad op den weg van haar huis,
Spr. 7:11 (idem met kt.) Deze was woelachtig en wederstrevig; haar voeten bleven in haar huis niet;
Spr. 7:19 (idem met kt.) Want de man is niet in zijn huis, hij is een verren weg getogen;
Spr. 7:20 (idem met kt.) Hij heeft een bundel geld in zijn hand genomen, ten bestemden dage zal hij naar zijn huis komen.
Spr. 7:27 (idem met kt.) Haar huis zijn wegen des grafs, dalende naar de binnenkameren des doods.
Spr. 9:1 (idem met kt.) DE opperste Wijsheid heeft Haar huis gebouwd, Zij heeft Haar zeven pilaren gehouwen.
Spr. 9:14 (idem met kt.) En zij zit aan de deur van haar huis, op een stoel, op de hoge plaatsen der stad,
Spr. 11:29 (idem met kt.) Wie zijn huis beroert, zal wind erven; en de dwaas zal een knecht zijn desgenen die wijs van hart is.
Spr. 12:7 (idem met kt.) De goddelozen worden omgekeerd, dat zij niet meer zijn; maar het huis der rechtvaardigen zal bestaan.
Spr. 14:1 (idem met kt.) ELKE wijze vrouw bouwt haar huis, maar die zeer dwaas is, breekt het af met haar handen.
Spr. 14:11 (idem met kt.) Het huis der goddelozen zal verdelgd worden, maar de tent der oprechten zal bloeien.
Spr. 15:6 (idem met kt.) In het huis des rechtvaardigen is een grote schat, maar in des goddelozen inkomst is beroerte.
Spr. 15:25 (idem met kt.) Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken, maar den landpaal der weduwe zal Hij vastzetten.
Spr. 15:27 (idem met kt.) Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven.
Spr. 17:1 (idem met kt.) EEN droge bete en rust daarbij is beter dan een huis vol van geslachte beesten met twist.
Spr. 17:13 (idem met kt.) Die kwaad voor goed vergeldt, het kwaad zal van zijn huis niet wijken.
Spr. 19:14 (idem met kt.) Huis en goed is een erve van de vaderen, maar een verstandige vrouw is van den HEERE.
Spr. 21:9 (idem met kt.) Het is beter te wonen op een hoek van het dak dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap.
Spr. 21:12 (idem met kt.) De rechtvaardige let verstandiglijk op des goddelozen huis, als God de goddelozen in het kwaad stort.
Spr. 24:3 (idem met kt.) Door wijsheid wordt een huis gebouwd, en door verstandigheid bevestigd;
Spr. 24:27 (idem met kt.) Beschik uw werk daarbuiten, en bereid het voor u op den akker, en bouw daarna uw huis.
Spr. 25:17 (idem met kt.) Spaar uw voet van het huis uws naasten, opdat hij niet zat van u worde en u hate.
Spr. 25:24 (idem met kt.) Het is beter te wonen op een hoek van het dak dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap.
Spr. 27:27 (idem met kt.) Daartoe zult gij genoegzaamheid van geitenmelk hebben tot uw spijze, tot spijze van uw huis, en leeftocht uwer maagden.
Spr. 30:26 (idem met kt.) De konijnen zijn een machteloos volk, nochtans stellen zij hun huis in den rotssteen;
Spr. 31:15 (idem met kt.) Vau. En zij staat op als het nog nacht is, en geeft haar huis spijze, en haar dienstmaagden het hun bescheiden deel.
Spr. 31:21 (idem met kt.) Lamed. Zij vreest voor haar huis niet vanwege de sneeuw, want haar ganse huis is met dubbele klederen gekleed.
Spr. 31:27 (idem met kt.) Tsade. Zij beschouwt de gangen van haar huis, en het brood der luiheid eet zij niet.