Statenvertaling.nl

sample header image

Inleiding 1 Samuël – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Het Eerste Boeck SAMUELS

Inhoudt deses Boecks.

VOOR eerst wort in dit Boeck verhaelt ende beschreven de geboorte Samuels, ende hoe sijne moeder hem ten dienste Godes heeft ge-eygent: mitsgaders de lof-sanck sijner moeder: als oock de moetwillige boosheyt der sonen Eli, die door eenen Man Godes hier over wort bestraft, ende hem wort voorseyt den onderganck sijnes huys: ’t welck hem Samuel oock verkondigt: die tot eenen Prophete van Godt verordineert, ende voor sulcks van het volck erkent wort. Daer na wort in dit boeck verhaelt, hoe Israël vande Philistynen zy geslagen, ende hoe de Arke genomen, ende wech gevoert zy geworden: ’t welck Eli hoorende, so valt hy achter over ende breeckt den hals: De Philistynen brengen de Arke des Heeren in den Tempel hares afgodts Dagons, die van boven neder valt, ende in stucken breeckt, ende de Philistynen worden jammerlick van Godt geplaegt aen de heymelicke plaetsen hares lichaems: Daerom schicken sy de Arke des verbonts weder, met geschencken: Sy comt te Beth-Semes in het lant van Iuda: van daer wortse gevoert nae Kiriath-Iearim, alwaer Samuel een reformatie in den Godts-dienst aenstelt: Ende hy roept het volck te samen te Mizpa, daer de Philistynen haer meynden te overvallen, maer Godt verschricktese met eenen grooten donder, ende sy worden vande Israëliten geslagen. De sonen Samuels, zijnde in sijnen ouderdom van hem tot Richters gemaeckt, en volgen de voetstappen hares vaders niet, daerom begeeren de Israëliten eenen Koninck, ’twelck den Heere mishaegt, die haer door Samuel voordraegt, hoe sy van den Koninck souden gehandelt werden: Doch als het volck even wel by dit versoeck verhardde, so heeft Godt, ende Samuel, daer in verwilligt: ende hy seyt Saul, die tot hem te Mizpa gekomen was, dat hy die man was die tot Koninck over Israël soude gestelt worden: ende hy salft hem tot Koninck: die slaet inden beginne sijner regeringe de Ammoniten: Samuel verlaett sijn richter-ampt, ende na dat hy verhaelt hadde, hoe hy sich daer in gedragen hadde, wort hy met een heerlick getuychenisse verlaten, ende bedanckt. Saul ende Ionathan voeren crijch tegens de Philistynen, ende andere, ende slaense. Saul wort van Samuel aengeseyt, dat de Heere het Koninckrijcke van hem soude nemen, ende hy salft David tot eenen Koninck over Israël. Die met den Reuse Goliath campt, ende hem overwint. Saul jaloers geworden zijnde over de eere ende achtbaerheyt die David wert aengedaen, staet hem nae sijn leven: Die daerom van het hof vluchtt, ende comt tot Samuel te Najoth, ende hy maeckt een verbont van vrientschap met Ionathan, Sauls sone: Hy vluchtt, ende neemt sijnen toevlucht tot Achis den Koninck der Philistynen, daer hy sich aenstelt als of hy niet wijs en ware. Hy treckt nae Adullam, daer sijne vrienden ende andere tot hem vergaderen: Doch hy dwaelt van den eenen tot den anderen: ende Saul laet den Priester Achimelech, ende ’tgeheele huys sijns vaders dooden, als oock Lxxxv Priesters, ende de burgers te Nob, om dat sy David met de sijne hadden geherbergt ende gespijst. David vluchtt nae de woestijne Siph, van daer nae de woestijne Maon, daer Saul hem al vervolgt, tot dat hy tydinge krijgt, dat hem de Philistynen in het lant gevallen waren: dewelcke hy gestutt hebbende, David al voorder vervolgt: Doch eyndelick voor den selven sijne schult bekennende, bidt hy David, dat hy sijn geslachte wille verschoonen, als hy Coninck soude geworden zijn. Daerna wort verhaelt de doot des Propheten Samuels, ende Davids handelinge met Nabal, ende met Abigaïl: Item, hoe Saul voortgevaren zy in het vervolgen van David: Also dat hy eyndelick gevluchtt is tot Achis den Coninck te Gath, die hem de stadt Ziklag geeft, uyt de welcke hy met sijn krijchs-volck treckende, eenige van de benaebuerde volckeren berooft, ende doot slaet. Als nu de Philistynen met grooter macht ten stryde trocken tegen Israël, so vraegt Saul den Heere, maer als hy hem niet en antwoordde, so soeckt Saul raet by eene waersegster. David willich ende bereyt zijnde om met den Coninck Achis ten strijde te trecken tegen Saul, wort te rugge gesonden. In sijn absentie wort Ziklag van de Amalekiten geplundert, doch hy ontjaegt haer den buyt weder. Eyndelick wort in dit Boeck beschreven de doot ende onderganck Sauls, ende sijner sonen.
In dit eerste Boeck Samuelis worden beschreven de geschiedenissen van tachtentich jaren; namelick veertich jaren onder de regeringe des Priesters Eli, c.4.18. Ende dan noch veertich jaren onder de regeringe Samuels ende Sauls, Act 13.21.
Dit Boeck (als oock het naest-volgende) wort genoemt het Boeck Samuels, om dat in het selve beschreven ende verhaelt worden de Ouders, de geboorte, ende optreckinge, oock jonckheyt, leven, ende regeringe Samuels, als Richters over Israël: mitsgaders het leven van twee Coningen, die, door het bevel Godes, van hem tot Coningen over het volck van Israël gesalft zijn. De Griecksche ende oude Latijnsche Oversetters hebben de twee Boecken Samuelis, ende de twee naest-volgende, t’samen gevoegt, ende hebbense alle viere genoemt de Boecken der Coningen, om dat in dese vier Boecken verhaelt wort het leven, ende de voornaemste daden aller Coningen, die over het volck Godes geregeert hebben, van den eersten tot den laetsten toe, tot dat de Conincklicke regeringe, door Godes rechtveerdich oordeel, een eynde onder het selve genomen heeft.

Einde inleiding 1 Samuël