Statenvertaling.nl

sample header image

Richteren 12 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Richteren 12

1 DOe werden de mannen Ephraims by een geroepen, ende trocken over nae ’t Noorden: ende sy seyden tot Iephtah; Waerom zijt ghy doorgetogen om te strijden tegen de kinderen Ammons, ende en hebt ons niet geroepen om met u te gaen? wy sullen u huys, met u, met vyer verbranden.
2 Ende Iephtah seyde tot hen; Ick ende mijn volck waren seer twistich met de kinderen Ammons: ende ick heb ulieden geroepen, maer ghy en hebt my uyt hare hant niet verlost.
3 Als ick nu sach, dat ghy niet en verlostet, so stelde ick mijne ziele in mijne hant, ende tooch door tot de kinderen Ammons, ende de HEERE gafse in mijne hant: waerom zijt ghy dan te desen dage tot my opgekomen, om tegen my te strijden?
4 Ende Iephtah vergaderde alle mannen van Gilead, ende streedt met Ephraim: ende de mannen van Gilead sloegen Ephraim; want de Gileaditen, zijnde tusschen Ephraim [ende] tusschen Manasse, seyden; Ghy-lieden zijt vluchtige van Ephraim.
5 Want de Gileaditen namen den Ephraimiten de veyren der Iordane af: ende het geschiedde, als de vluchtige van Ephraim seyden, Laet my overgaen, so seyden de mannen van Gilead tot hem; Zijt ghy een Ephratiter? Wanneer hy seyde, Neen;
6 So seyden sy tot hem; Segt nu Schibboleth, maer hy seyde Sibboleth, ende konde ’t alsoo niet recht spreken: so grepen sy hem, ende versloegen hem aen de veyren der Iordane: dat te dier tijt van Ephraim vielen, twee ende veertich duysent.
7 Iephtah nu richtede Israël ses jaren: ende Iephtah de Gileaditer sterf, ende wert begraven in de steden Gileads.
8 Ende na hem richtede Israël, Ebzan van Bethlehem.
9 Ende hy hadde dertich sonen; ende hy sondt dertich dochteren nae buyten, ende bracht dertich dochteren van buyten in voor sijne sonen: ende hy richtede Israël seven jaren.
10 Doe sterf Ebzan, ende wert begraven te Bethlehem.
11 Ende na hem richtede Israël, Elon, de Zebuloniter: ende hy richtede Israël tien jaren.
12 Ende Elon de Zebuloniter sterf, ende wert begraven te Ajalon, in den lande van Zebulon.
13 Ende na hem richtede Israël, Abdon, een sone van Hillel, de Pirhathoniter.
14 Ende hy hadde veertich sonen, ende dertich soons sonen, rijdende op tseventich ezelveulens: ende hy richtede Israël acht jaren.
15 Doe sterf Abdon, een sone van Hillel, de Pirhathoniter: ende hy wert begraven te Pirhathon, in den lande Ephraims, op den berch des Amalekiters.

Einde Richteren 12