Statenvertaling.nl

sample header image

Inleiding 1 Petrus – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

De Eerste Algemeyne Sendt-brief des Apostels PETRI

Inhoudt van desen Sendt-brief.

DEN Apostel Petrus, dewijle hy voornaemlick sijn Apostel-ampt onder de Besnijdenisse bediende, Gal. 2. vers 9. schrijft desen Sendt-brief aen de Gemeynten der verstroyde Ioden, die in Ponto, Galatien, Cappadocien, Asien, ende Bithynien tot het geloove in CHRISTUM gebracht waren: ende dat om haer aen d’een zijde in de aen-genomene waerheydt te verstercken, ende aen d’ander zijde om haer tot haren schuldigen plicht te vermanen, gelijck hy Capit. 5.12. betuyght. Ende begrijpt dese Sendt-brief insonderheyt dese leden. Eerst, nae het opschrift des briefs in de twee eerste versen vervat, doet den Apostel een korte verklaringe vande Euangelische Leere, ende verhaelt de voornaemste weldaden, die wy door CHRISTUM verwerven, tot het 13 vers van’t 1 Capit. Daer nae, uyt de overdenckinge der verlossinge door CHRITUM geschiet, vermaent hy haer tot eenen Christelicken wandel, so in’t gemeyn tot het 13 vers van’t 2 Cap. als in’t bysonder, namelick de onderdanen tot gehoorsaemheyt van hare Overheden, de dienstknechten tot gehoorsaemheyt van hare heeren, ende de getrouwde vrouwen ende mannen tot haren onderlingen schuldigen plicht, tot het 8 vers van’t 3 Capit. van welck 8 vers voort hy wederom keert tot gemeyne vermaningen, ende insonderheyt van liefde, lijdsaemheyt, ende matigheyt tot het eynde van’t 4 Cap. In ’t begin van’t 5 Capit. vermaent hy de Ouderlingen van haren schuldigen plicht in het weyden van hare cudden, ende de jonge van haren plicht, ende alle beyde tot nuchterheyt ende waken tegen den Duyvel, tot het 10 vers toe. Van waer af hy den brief besluyt met een ernstigh gebedt tot Godt voor haer, ende met onderlinge groete.

Einde inleiding 1 Petrus