Statenvertaling.nl

sample header image

Inleiding Filippenzen – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

De Sendt-brief des Apostels PAULI Aen de PHILIPPENSEN

Inhoudt van desen Sendt-brief.

DEN Apostel Paulus in een Godlijck gesichte van een Macedonisch man vermaent zijnde, dat hy het Euangelium soude prediken in Macedonien, heeft sulcks aengevangen in de Stadt Philippis, ende aldaer een Gemeynte geplant hebbende, heeft hy uyt sijne banden te Roomen desen brief aen haer door Epaphroditum gesonden, om haer in het geloove te verstercken. Philip. 2.25. Tot welcken eynde hy, nae het opschrift, voor eerst de Philippensen prijst over hare stantvastigheyt in het geloove, niet tegenstaende sijne banden ende verdruckingen, die hy verhaelt, met de vrucht der selve: ende verklaert daer na, hoewel hy liever hadde te sterven ende by CHRISTUM te zijn, dat hy nochtans vertrouwde, dat hy noch eenen tijdt lanck soude in ’t leven blijven tot haren dienst ende besten. Cap. 1. Vermaent voorders haer tot allerley Christelicke deughden, voornamelick tot lijdsaemheyt, stantvastigheyt, eenigheyt, ende nedrigheyt, met het exempel CHRISTI, die in de gedaente Godts zijnde, hem selven vernedert heeft tot den doodt des cruyces: ende voeght daer by een recommandatie van Timotheus ende Epaphroditus. Cap. 2. Daer na waerschouwt hy haer voor de valsche Apostelen die de VVet ende het Euangelium te samen menghden, ende leerden dat door de onderhoudinge der VVet, nevens het geloove in CHRISTUM, de saligheyt verkregen moest worden: waer tegen hy sijn exempel ende geloove op CHRISTUM alleen stelt, om nae te volgen. Cap. 3. Ende twee vrouwen aldaer tot vreedsaemheyt vermaent hebbende, doet daer wederom by een algemeyne vermaninge tot verscheydene Christelicke deughden: ende prijst eyndelick de mildadigheyt die de Gemeynte der Philippensen aen hem betoont hadde tot sijn onderhoudt: ende daer op besluyt hy den brief met gewoonlicke groetenissen. Cap. 4.

Einde inleiding Filippenzen