Statenvertaling.nl

sample header image

Inleiding Romeinen – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

De Sendt-brief des Apostels PAULI Aen den ROMEYNEN

Inhoudt van desen Sendt-brief.

DESE Sendt-brief is van den Apostel Paulo uyt Corinthen aen de Gemeynte CHRISTI tot Roomen geschreven, om haer in de Leere des H. Euangeliums, tegen alle oprijsende dwalingen, scheuringen, ende ergernissen te verstercken: ende begrijpt in hem een korte ende bondige verklaringe van de voornaemste hooft-stucken der Christelijcke Religie, ende van alle de weldaden die wy in CHRISTO ende door CHRISTUM van Godt ontfangen. VVaerom dese brief met recht gehouden wort voor eenen Sleutel van ’t recht verstant der geheele H. Schrifture: ende insonderheyt van het recht verstant der vervullinge van de beloften den volcke Israëls door Mosem ende de Propheten gedaen, tot saligheyt beyde van Ioden ende Heydenen. Ende heeft dry deelen: (gelijck oock meest alle de volgende brieven) Ten eersten, Een inleydinge tot het 16 vers. Ten tweeden, de verhandelinge der Leere van ’t 16 vers des eersten capit. af tot het 14 vers van’t 15 cap. Ten derden, ende daer nae, ’t Besluyt van den brief van daer af tot het eynde toe. De verhandelinge der Leere vande saligheyt heeft wederom verscheyden leden. 1. vande Rechtveerdigmakinge des menschen voor Godt, niet door de wercken, maer door’t geloove in IESUM CHRISTUM, handelt hy van het 16 vers des eersten capit. tot het eynde van het 5 cap. 2. Vande Heylighmakinge, ofte vernieuwinge des menschen, handelt hy van het begin des 6 cap. tot het begin van het sevende, in ’t welck hy beschrijft den strijdt die de gene, welcke alreede vernieuwt zijn, noch hebben tegen het vleesch: gelijck in het achtste de overwinninge die de vernieuwde door den Geest hebben over het vleesch, ende den troost ende versekertheyt van hare saligheyt, die sy hier door scheppen, selfs midden in alle kruys ende vervolginge. 3. Vande eeuwige Verkiesinge Godts, als eenen oorspronck ende fonteyne aller deser weldaden, handelt hy in ’t negende capit. tot het 24 vers van het selve. 4. Ende van daer voorts van de krachtige Beroepinge Godts na dese verkiesinge, so wel van Heydenen als van Ioden: tot het eynde van ’t elfde capittel. By welcke gelegentheyt hy oock van de verwerpinge tusschen beyden handelt. In de volgende Capittelen 12. 13. 14. 15. handelt hy van de plichten der liefde ende der danckbaerheyt, die wy Godt voor dese weldaden schuldigh zijn, soo ten aensien van de gehoorsaemheyt der Geboden Godts in ’t gemeyn, in ’t 12 ende 13 capitt. als ten aensien van het recht gebruyck van middelmatige saken, ende van de verdraginge der gene die in kennisse van de Christelijcke vryheyt noch swack zijn, in ’t 14 capit. ende in de 13 eerste versen van het 15 capit. van waer volght het Besluyt deses Sendt-briefs, bestaende in eene Ontschuldinge van sijne vrymoedigheyt in ’t schrijven ende vermanen, met een Toe-segginge van sijne komste tot haer, ende verscheydene groetenissen aen eenige persoonen: ende ten laetsten met een Danck-segginge ende Gebedt voor haer tot Godt. Soo dat d’Apostel in ’t verhandelen van de Leere houdt de selve ordre, die in den Catechismo der Gereformeerde Kercken gehouden wort.

Einde inleiding Romeinen