Statenvertaling.nl

sample header image

Handelingen 6 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Handelingen 6

1 ENde in de selve dagen, als de Discipelen vermenichvuldighden, ontstondt een murmureringe der Griecksche tegen de Hebreen, om dat hare weduwen in de dagelijcksche bedieninge versuymt wierden.
2 Ende de twaelve riepen de menichte der Discipelen tot haer, ende seyden, Het en is niet behoorlick dat wy het woordt Godts na-laten, ende de tafelen dienen.
3 Siet dan om, Broeders, na seven mannen uyt u, die [goet] getuygenisse hebben, vol des heyligen Geests ende der wijsheyt, welcke wy mogen stellen over dese noodige saecke.
4 Maer wy sullen volherden in den gebede, ende in de bedieninge des woorts.
5 Ende dit woort behaeghde alle de menichte: ende sy vercoren Stephanum, eenen man vol des geloofs ende des heyligen Geests, ende Philippum, ende Prochorum, ende Nicanorem, ende Timonem, ende Parmenam, ende Nicolaum, eenen Iode-genoot van Antiochien.
6 Welcke sy voor de Apostelen stelden: ende [dese], als sy gebeden hadden, leyden haer de handen op.
7 Ende het woort Gods wies, ende het getal der Discipelen vermenichvuldighde te Ierusalem zeer: ende een groote schare der Priesteren wiert den geloove gehoorsaem.
8 Ende Stephanus vol geloofs ende krachts, dede wonderen ende groote teeckenen onder het volck.
9 Ende daer stonden op, sommige die waren van de Synagoge, genaemt der Libertinen, ende der Cyreneers, ende der Alexandrinen, ende der gene die van Cilicia ende Asia waren, ende twisteden met Stephano:
10 Ende sy en konden niet wederstaen de wijsheydt ende den Geest, door welcken hy sprack.
11 Doe maeckten sy mannen uyt, die seyden, Wy hebben hem hooren spreken lasterlijcke woorden tegen Mosem ende Godt.
12 Ende sy beroerden het volck, ende de Ouderlingen ende de Schriftgeleerde: ende [hem] aenvallende grepen sy hem, ende leydden [hem] voor den Raedt.
13 Ende stelden valsche getuygen, die seyden, Dese mensche en houdt niet op lasterlijcke woorden te spreken tegen dese heylige plaetse, ende de Wet.
14 Want wy hebben hem hooren seggen, dat dese Iesus de Nazarener dese plaetse sal verbreken, ende [dat] hy de zeden veranderen sal, die ons Moses overgelevert heeft.
15 Ende alle die in den Raedt saten, de oogen op hem houdende, sagen sijn aengesichte als het aengesicht eenes Engels.

Einde Handelingen 6