Statenvertaling.nl

sample header image

Inleiding Numeri – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Het vierde Boeck MOSIS, genaemt NUMERI

Inhoudt deses Boecks.

DE Griecken hebben dit Boeck genaemt ARITHMOI, welck woort in de Latijnsche tale wort overgeset NUMERI, ende in onse Nederduytsche, Getalen, TELLINGEN. De reden deser benaminge is, om dat in dit Boeck beschreven zijn vele Tellingen, die nae den bevele Godes onder sijn volck, als het door de woestijne reysde, geschiet zijn, namelick der Israëliten, ende der Leviten. Niet te min, boven dese Tellingen, zijn vele andere dingen in dit boeck vervaet. VVant hier vinden wy de Order, nae de welcke de twaelf stammen rontom den Tabernakel legeren, ende diese in ’t optrecken gebruycken moesten. Hier wort oock gesproken vande ampten der Priesteren, ende Leviten, van haer onderhoudt, ende van de wonderbare bevestinge hares Priesterdoms. Hier zijn Ceremoniale, Morale, ende Burgerlicke wetten, ende die van gemengde soorten zijn. Hier is beschreven de gantsch wonderlicke ende seltsame wijse, nae de welcke het Godt belieft heeft de Israëliten, door de woestijne, tot het beloofde lant te geleyden. Vele geschiedenissen worden verhaelt, die in dese reyse gebeurt zijn; welcker oorsaken, middelen, ende uytkomsten veelderley onderwijs, ende waerschouwinge, soo wel tot het burgerlicke, als tot het kerckelicke leven allen menschen uytgeven. Na de oprechtinge, ende heyliginge des Tabernakels, hebben de Overste der twaelf stammen den selven, met hare giften, ende offerhanden opentlick vereert. Van verscheydene murmureringen, ende muytingen des ondanckbaren volcx tegens Godt, ende sijnen Dienaer Mosen opstaende, ende vande straffen daer op gevolgt, worden hier grouwsame exempelen gevonden. Hierentusschen wort Moses inden last sijner regeringe met de onder-hulpe van tseventich Outste gesteunt. Evenwel wort hy met vele swaricheden bejegent, selfs oock van sijnen broeder Aaron, ende sijne suster Mirjam. Op de bespiedinge des Lants Canaan volgen door het quaet rapport, gedaen vanden meestendeel der Bespieders, ende de murmureringe des volcx, sware plagen, die, ofte stracx eenigen overvielen, ofte noch te verwachten waren van de andere, die in de woestijne moesten doolen, ende sterven, tot het veertichste jaer van haren uytganck uyt Egypten. Daer toe worden noch andere sonden, soo wel van particuliere, als van vele, met hare straffen, in dit boeck beschreven. Oock en worden niet verswegen de deugden, ende goede wercken der vroomen, nochte der selver toegeseyde belooninge. Voorder openbaert haer in dit boeck, op het alderhoochste, de onbegrijpelicke barmherticheyt Godes in ’t verhooren vande gebeden Mosis, sijnes trouwen Dienaers, in ’t vergeven der sonden van seer wederspannige, ende oproerige menschen, ende in ’t gedurich bewijsen van verscheydene weldaden: Dese waren eensdeels geestelicke, bestaende in de onderhoudinge vande ware Leere, ende rechten Godts-dienst; anderdeels lichamelicke, gelegen in verlossingen van geweldige vyanden, in heerlicke overwinningen der selver, ende in seer milde toewerpingen van vele andere tijdelicke goederen. Eyndelick wort hier verhaelt, hoe de Israëliten hen bereyt hebben, om te komen inde besittinge des lants Canaan, welckes palen hier oock beschreven worden. Dit doense nae den bevele Godes, mits den stammen Rubens, ende Gads, ende den halven stamme Manassis, het lant, datse aen dese zijde vande Iordane ingenomen hadden, tot haer erfdeel toe te wijsen; ende soo over de bedeelinge des lants Canaan, als over de uytscheydinge eeniger steden ende plaetsen, daer in gelegen (waer van eenige den Leviten souden toebehooren, andere tot toevlucht-steden dienen souden) order te stellen. Dit boeck begrijpt de geschiedenissen van acht-en-dertich jaren, ende negen maenden, te weten, vande tweede maent des tweeden jaers, na den uyt-tocht uyt Egypten, tot het begin vande elfde maent des veertichsten jaers.

Einde inleiding Numeri