Statenvertaling.nl

sample header image

Zacharia 3 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Zacharia 3

1 DAerna toonde hy my Iosua den Hoogen-priester, staende voor het aengesichte van den Engel des HEEREN, ende de Satan stont aen sijne rechter hant, om hem te wederstaen.
2 Doch de HEERE seyde tot den Satan, De HEERE schelde u, ghy Satan, ja de HEERE schelde u, die Ierusalem verkiest: en is dese niet een vyer-brant uyt den vyere geruckt?
3 Iosua nu was becleedt met vuyle cleederen, als hy voor het aengesichte des Engels stont.
4 Doe antwoordde hy, ende sprack tot de gene die voor sijn aengesichte stonden, seggende, Doet dese vuyle cleederen van hem wech: daerna sprack hy tot hem, Siet, ick hebbe uwe ongerechticheyt van u wech-genomen, ende ick sal u wissel-cleederen aendoen.
5 Dies segge ick, Laetse eenen reynen hoet op sijn hooft setten: ende sy setteden dien reynen hoet op sijn hooft, ende sy togen hem cleederen aen, ende de Engel des HEEREN stont [daer by]:
6 Doe betuychde de Engel des HEEREN Iosua, seggende:
7 Soo seyt de HEERE der heyrscharen, Indien ghy in mijne wegen sult wandelen, ende indien ghy mijne wacht sult waer nemen, so sult ghy oock mijn huys richten, ende oock mijn voor-hoven bewaren: ende ick sal u wandelingen geven onder dese die [hier] staen.
8 Hoort nu toe Iosua ghy Hooge-priester, ghy ende uwe vrienden, die voor u aengesichte sitten: want sy zijn een wonder-teecken: want siet ick sal mijnen knecht de SPRUYTE doen comen.
9 Want siet, aengaende dien steen, welcken ick geleyt hebbe voor het aengesichte van Iosua, op dien eenen steen sullen seven oogen wesen: siet ick sal sijn graveersel graveren, spreeckt de HEERE der heyrscharen, ende ick sal de ongerechticheyt deses lants op eenen dach wech nemen.
10 Te dien dage spreeckt de HEERE der heyrscharen, sult ghylieden een yegelick sijnen naesten noodigen tot onder den wijn-stock, ende tot onder den vyge-boom.

Einde Zacharia 3