Statenvertaling.nl

sample header image

Zacharia 10 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Zacharia 10

1 BEgeert van den HEERE regen, ten tijde des spaden regens; de HEERE maeckt de weer-lichten: ende hy sal haer regens genoech geven voor yeder kruyt op den velde.
2 Want de Teraphim spreken ydelheyt, ende de waer-seggers sien valscheyt, ende sy spreken ydele droomen, sy troosten [met] ydelheyt: daerom zijn sy henen getogen als schapen, sy zijn onderdruckt geworden, want daer en was geen Herder.
3 Tegen de Herders was mijn toorn ontsteken, ende over de bocken hebbe ick besoeckinge gedaen: maer de HEERE der heyrscharen sal sijne cudde besoecken, het huys Iuda, ende hy salse stellen, gelijck het peert sijner Majesteyt in den strijt.
4 Van het selve sal de hoeck-steen, van het selve sal de nagel, van het selve sal de strijt-boge, te samen sullen van het selve alle drijvers voort-komen.
5 Ende sy sullen zijn als de Helden, die in’t slijck der straten treden in den strijt, ende sy sullen strijden, want de HEERE sal met haer wesen: ende sy sullen die beschamen die op peerden rijden.
6 Ende ick sal het huys Iuda verstercken, ende het huys Iosephs sal ick behouden, ende ick salse weder insetten, want ick hebbe my harer ontfermt, ende sy sullen wesen als of ickse niet verstooten en hadde: want ick ben de HEERE haer Godt, ende ick salse verhooren.
7 Ende sy sullen zijn als een helt Ephraims, ende haer herte sal sich verblijden, als [van] den wijne: ende hare kinderen sullen’t sien, ende haer verblijden, haer herte sal sich verheugen in den HEERE.
8 Ick salse toe-tsissen, ende salse vergaderen, want ick salse verlossen: ende sy sullen vermenichvuldicht worden, gelijck sy [te vooren] vermenichvuldicht waren.
9 Ende ick salse onder de volcken zaeyen, ende sy sullen mijner gedencken in verre plaetsen: ende sy sullen leven met hare kinderen, ende weder-keeren.
10 Want ick salse weder-brengen uyt Egypten-lant, ende ick salse vergaderen uyt Assyrien: ende ick salse in’t lant Gilead, ende Libanons brengen, maer ’t en sal haer niet genoech wesen.
11 Ende hy sal door de zee gaen, die benauwende, ende hy sal de golven in de zee slaen, ende alle de diepten der rivieren sullen verdroogen: dan sal de hoochmoet van Assur neder-geworpen worden, ende de scepter van Egypten sal wech-wijcken.
12 Ende ick salse stercken in den HEERE, ende in sijnen Name sullen sy wandelen, spreeckt de HEERE.

Einde Zacharia 10