Hosea 14 – Statenvertaling editie 1637
Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)
Hosea 14
1 SAmaria sal woest worden; want sy is wederspannich geweest tegen haren Godt: sy sullen door’t sweert vallen, hare kinderkens sullen verplettert, ende hare swangere [vrouwen] sullen opgesneden worden. |
2 Bekeert u, ô Israël, tot den HEERE uwen Godt toe: want ghy zijt gevallen om uwe ongerechticheyt. |
3 Nemet [dese] woorden met u, ende bekeeret u tot den HEERE: segget tot hem; Neemt wech alle ongerechticheyt, ende geeft het goede; so sullen wy betalen de varren onser lippen. |
4 Assur en sal ons niet behouden, wy en sullen niet rijden op peerden, ende tot het werck onser handen niet meer seggen, Ghy zijt onse Godt: Immers sal een weese by u ontfermt worden. |
5 Ick sal haerlieder afkeeringe genesen, ick salse vrywillichlick lief hebben: want mijn toorn is van hem gekeert. |
6 Ick sal Israël zijn als de dauw, hy sal bloeyen als de lelye: ende hy sal sijne wortelen uytslaen als de Libanon. |
7 Sijne scheuten sullen sich uytspreyden, ende sijne heerlickheyt sal zijn als des olijfbooms: ende hy sal eenen reuck hebben als de Libanon. |
8 Sy sullen wederkeeren, sittende onder sijne schaduwe; sy sullen ten leven voortbrengen [als] koorn, ende bloeyen als de wijnstock: sijne gedachtenisse sal zijn als de wijn van Libanon. |
9 Ephraim, wat heb’ ick meer met den Afgoden te doen? Ick hebbe [hem] verhoort, ende sal op hem sien, Ick sal [hem] zijn als een groenende denne-boom; uwe vrucht is uyt my gevonden. |
10 Wie is wijs? die verstae dese dingen; [wie is] verstandich? die bekennese: want des HEEREN wegen zijn recht, ende de rechtveerdige sullen daer in wandelen, maer de overtreders sullen daer in vallen. |
Einde Hosea 14