Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)
1 ENde hy seyde tot my; Menschen kint, staet op uwe voeten, ende ick sal met u spreken. |
2 So quam in my, als hy tot my sprack, de Geest, die my stelde op mijne voeten: ende ick hoorde dien die tot my sprack. |
3 Ende hy seyde tot my; Menschen kint, ick sende u tot de kinderen Israëls, tot de rebellerende volckeren, die tegen my gerebelleert hebben: sy, ende hare vaderen hebben overtreden tegen my tot op desen selven huydigen dach. |
4 Ende dese kinderen zijn hart van aengesichte, ende stijf van herten: ick sende u tot hen; ende ghy sult tot hen seggen, Soo seyt de Heere HEERE. |
5 Ende sy, het zy datse ’t hooren sullen, ofte het zy datse ’t laten sullen, (want sy zijn een wederspannich huys): so sullen sy weten dat een Propheet in ’t midden van hen geweest is. |
6 Ende ghy, menschen kint, en vreest niet voor hen, ende en vreest niet voor hare woorden; hoe wel wederwillige, ende doornen by u zijn, ende ghy by scorpioenen woont: en vreest voor hare woorden niet, ende en ontset u niet voor haer aengesichte; want sy zijn een wederspannich huys. |
7 Maer ghy sult mijne woorden tot hen spreken, het zy datse hooren sullen, ofte het zy datse ’t laten sullen: want sy zijn wederspannich. |
8 Doch ghy, menschen kint, hoort het gene dat ick tot u spreke; en weest ghy niet wederspannich, gelijck dat wederspannich huys: opent uwen mont, ende eet, dat ick u geve. |
9 Doe sach ick, ende siet, daer was een hant tot my uytgesteken: ende siet, daer in wasde rolle eenes boecks. |
10 Ende hy spreydde die voor mijn aengesichte uyt; ende sy was beschreven voor, ende achter: ende daer in waren geschreven claeg-liederen, ende suchtinge, ende wee. |