Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 43 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Psalm 43

David bidt om recht tegen sijne wreede ende archlistige vyanden: klaegt Godt sijnen noot, begeert genadige vervullinge sijner beloften, ende richt sijne verslagene ziele op door geloove ende vertrouwen.
 
1 DOet my recht, o Godt, ende 1 twist ghy mijne twist-sake: bevrijdt my van het ongoedertieren volck, van den 2 man des bedrochs ende des onrechts.
1 Siet Psal. 35. op vers 1.
2 Die met list ende onrecht, ofte, verkeertheyt, my vervolgt ende soeckt te overvallen: sodanige zijn geweest, Saul met sijne raets-lieden, ende Absolom met Achitophel, etc. Verg. Psal. 5. op vers 7.
 
2 Want ghy zijt de Godt mijner sterckte; waerom verstoot ghy my [dan]? waerom gae ick steets a 3 in’t swart, van wegen des vyants onderdruckinge?
a Psal. 35.14. ende 38.7. ende 42.10.
3 Siet Psal. 35. op vers 14.
 
3 Sendt u 4 licht, ende uwe 5 waerheyt, dat die my leyden; datse my brengen tot den 6 berch uwer heylicheyt, ende tot uwe 7 wooningen:
4 T.w. het licht uwes aenschijns (als dickwijls, ende ond. Psal. 44.4.) ofte, uwe gunste ende liefde, waer door de duysternisse mijner droefheyt ende elende verdreven worden. Siet Psal. 27. op vers 1.
5 Uwer beloften, die ghy my gedaen hebt.
6 Om dat dit gemeenlick van den berch Zion (Siet Psal. 2.6.) genomen wort, verstaen sommige, dat dese Psalm niet by Sauls tijt, (want de Tabernakel doe noch daer niet en was) maer in eenen volgenden tijt gemaeckt is, als ten tijde van Absaloms vervolginge, etc.
7 Ofte, Tabernakelen, om dat dit woort hier staet in’t getal van velen, meynen sommige, dat sulcks hier siet op de verscheydene plaetsen des Godtsdiensts, by Sauls, ende Davids tijt. De plaetse van Moses Tabernakel was te Nob, ende daer nae te Gibeon. 1.Sam. 21.1. ende 1.Reg. 3.4. ende 1.Chron. 16.39. De plaetse der Arke was te Kiriath Iearim, tot dat David deselve van daer haelde in Zion. 1.Sam. 7.1, 2. ende 2.Sam. 6.3, 4. Andere verstaen, dat het eenvoudichlick siet op de verscheydene wooningen van Godts huys, als het alderheylichste, heylige, ende den voorhof, etc. Vergel. Psal. 46.5. ende 84.2.
 
4 Ende dat ick ingae tot Godts 8 altaer, tot den Godt 9 des blijtschaps mijner verheuginge, ende u met de harpe love, o Godt, mijn Godt!
8 Den brand-offers Altaer.
9 D. die my oorsake geeft van sonderlinge groote vreuchde, inwendichlick in mijn herte, ende uytwendichlick in gebeerden van blijdschap.
 
5 b 10 Wat buycht ghy u neder, o mijne ziele, ende wat zijt ghy onrustich in my? hoopt op Godt, want ick sal hem noch loven; hy is de 11 menichvuldige verlossinge mijns aengesichts, ende mijn Godt.
b Psal. 42.6, 12.
10 Uyt de gelijckheyt der woorden die in desen ende den voorgaenden Psalm gevonden wort, nemen eenige af, dat dese Psalmen beyde op eenen tijt, ofte immers in gelijcken toestant van David gemaeckt zijn, als wanneer hy moest vluchten eerst voor Saul, ende daer na voor Absalom.
11 Als Psal. 42.12. Siet d’aenteeck. aldaer.

Einde Psalm 43