Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)
Een vermaninge om Godts heylicheyt, macht, ende goedertierenheyt te loven met allerley musijck-instrumenten, ende oock met de stemme. |
|
1 HAlelu-Iah. 1 Looft Godt 2 in a sijn heylichdom: Looft hem 3 in het uytspansel sijner sterckte. |
| 1 Dit woort staet hier ende inde volgende versen in ’t getal van vele, Looft ghylieden. |
| 2 D. in sijne heylige plaetse, T.w. in den hemel: Andere verstaen door het heylichdom, den Tempel, als Psal. 20.3. of, den Tabernakel: niet alleen den aerdschen Tempel, of Tabernakel, maer veel meer den Tempel hier boven in den hemel. And. van wegen sijne heylicheyt. |
| a Iesa. 6.3. |
| 3 Hebr. In sijne uytspanninge der sterckte, D. in sijn sterck uytspansel, D. om dat hy sijne kracht ende mogentheyt alomme uyt-streckt, gelijck het firmament over alle sijne schepselen. And. Van wegen het uytspansel dat hy gemaeckt heeft door sijne kracht, of sterckte, siende op ’t gene geschreven staet Genes. 1.6. Siet oock Psal. 19. |
|
2 Looft hem van wegen 4 sijne Mogentheden: Looft hem 5 nae de menichvuldicheyt sijner grootheyt. |
| 4 D. sijne krachtige ende geweldige daden, als Psal. 145.4. |
| 5 Of, Nae de veelheyt sijner heerlickheyt, D. van wegen sijne groote ofte menichvuldige macht ende heerlickheyt. |
|
3 Looft hem met geklanck der basuyne: Looft hem met de luyte, ende met de harpe. |
4 Looft hem met de trommel ende 6 fluyte: Looft hem met snarenspel ende 7 orgel. |
| 6 Als Psal. 149.3. |
| 7 Het Hebr. woort wert selden gevonden, ende derhalven wort het verscheydelick overgeset. Het beteeckent een lieflick instrument by Iubal gevonden, Genes. 4.21. Siet Iob 21.12. ende 30.31. |
|
5 Looft hem met 8 hel-klinckende cymbalen: Looft hem met cymbalen van vreuchden-geluyt. |
| 8 Of, lieflick klinckende. Hebr. hoor-cymbalen, D. die lieflick zijn aen te hooren: Dese Musijck-instrumenten waren van metael, als schellen of bellen. |
|
6 9 Alles wat adem heeft love den HEERE. Halelu-Iah. |
| 9 Hebr. Alle adem. siet d’aent. Gen. 7. op vers 22. Dese woorden verklaert d’Apostel Iohannes breeder aldus: Ick hoorde alle schepselen die in den Hemel, ende op de aerde, ende in de zee zijn, ende al wat daer in is, seggen, Hem die op den throon sit, ende den Lamme, zy lof, ende eere, ende heerlickheyt, ende kracht, van eeuwicheyt tot eeuwicheyt, Amen. Apoc. 5.13. |