Psalm 125 – Statenvertaling editie 1637
Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)
Psalm 125
1 EEn Liedt Hammaaloth. Die op den HEERE vertrouwen, zijn als de Berch Zions, [die] niet en wankelt, [maer] blijft in eeuwicheyt. |
2 Rondom Ierusalem zijn bergen: alsoo is de HEERE rondom sijn volck, van nu aen tot in der eeuwicheyt. |
3 Want de scepter der godtloosheyt en sal niet rusten op het lot der rechtveerdigen: op dat de rechtveerdige hare handen niet uyt en strecken tot onrecht. |
4 HEERE, doet den goeden wel, ende den genen die oprecht zijn in hare herten. |
5 Maer die haer neygen [tot] hare kromme wegen, die sal de HEERE wech doen gaen met de werckers der ongerechticheyt: Vrede sal over Israël zijn. |
Einde Psalm 125